witte stranden, gletsjers, paardrijden, zeeleeuwen en dolfijnen op het zuidereiland

14 maart 2019 - Little River, Nieuw-Zeeland

Na het Noordereiland wordt het tijd voor het Zuidereiland. Daarvoor moeten we eerst richting Wellington, vanaf waar de boot gaat.

De rit naar Wellington is niet bijzonder, het is vooral lang. We breken de rit op, door in Levin bij een grote speeltuin te stoppen. Helaas maar voor korte duur, want het gaat regenen. Er is een mooie overdekte ruimte bij, waar we een lunch maken, in de hoop dat het snel stopt met regenen. Dat zit er helaas niet in, en na een uur stappen we weer in de auto om verder te rijden. 
In Wellington hebben we een veel te dure camping, die ook nog eens flink vol staat. Vanaf hier is het maar 20minuten naar de ferry, dus voor deze 2 nachten doen we het maar. We besluiten wel dat we Top 10-parken hard voorbij gaan rijden. 
We whatsappen naar Mirian en Peter, die we in Peru hebben ontmoet en in Wellington wonen. Zij hebben aangegeven ons wel rond te willen leiden in hun stad. Normaal zijn we wat terughoudend in dit soort dingen, maar Mila heeft in Peru heel gezellig gekletst met hun dochter Lauren (16jaar) en zoon Caleb (13jaar). Mirian nodigt ons uit om bij hen te komen eten en na enige twijfel (want dan wordt het weer heel laat), besluiten we er toch op in te gaan. Het wordt een hele gezellige avond. Mila vermaakt zich prima met hun dochter (de zoon is op schoolkamp), en Jasper krijgt een grote doos met Lego om mee te spelen. Veel te laat rijden we onder protest van de kinderen weer terug naar de camping. Snel de auto weer ombouwen en naar bed.

In Wellington staat het Te Papa-museum, waar ze een maori-tentoonstelling hebben. Ideaal om informatie voor Mila’s werkstuk te verzamelen. Het vinden van een parkeerplek is nog een uitdaging, we zijn toch iets te laat vertrokken. Maar ja, Mila en Jasper wilden eerst nog in de speeltuin spelen, en daarna hebben ze op tv nog naar een haka-wedstrijd (een haka is een maori-krijgsdans) zitten kijken. Groot feest als even later dan ook nog een bus op de camping stopt, waar de leden van een haka-groep in zitten. En dan ook nog van een groep die ze net op tv hebben gezien. Jasper blijft op gepaste afstand, want ook als de maori’s op tv zijn, zijn ze indrukwekkend. 
In het museum lopen we eerst langs wat andere tentoonstellingen. Als we naar de maori-tentoonstelling willen, blijkt dat deze nu dicht is. Pas later in de middag gaat deze weer open. Dan maar naar de MacPac (een outdoor-winkel) voor een vliegtas voor Peter. Deze is op de vlucht naar Nieuw-Zeeland gesneuveld: op de een of andere manier heeft hij geen ritsen meer.. 
We lopen de winkel uit met 1 regenjas voor Mila (die we bij ons hebben is toch niet helemaal waterdicht), 1 vest voor Jasper, 1 vest voor Mila, een shirt voor Sandra, en oh ja, een vliegtas voor Peter. Kan zijn rugzak weer veilig mee het vliegtuig in. 
De tentoonstelling over de maori’s is nu wel open, dus we lopen nog even naar binnen. Al snel blijkt dat we het meeste al weten en gaan we weer naar buiten. 
Tijdens het koken raakt Peter in gesprek met een aangeschoten maori, die met het haka-festival mee doet. Hij vertelt meer over het festival, zijn stam en ook over wat ze met hun haka en lied willen vertellen. Zijn stam is door de Engelsen opgejaagd en op gruwelijke wijze uitgemoord. Met hun lied willen ze de kinderen herdenken die deze gruweldaden niet overleefd hebben. Ze nemen afscheid met een echte maori-groet: voorhoofden tegen elkaar (voorouders ontmoeten elkaar) en een neuzen tegen elkaar (delen elkaars adem, ik gun je het leven). We zijn allebei stil van zijn verhaal. En ook onder de indruk dat hun voorouders nog steeds zo’n belangrijke rol in hun leven spelen. 
Vroeg op om de boot van 9uur naar het Zuidereiland te halen. Voor 8 uur moet je ingecheckt hebben. We moeten eerst in de ene rij gaan staan, worden daarna toch weer apart gezet, om uiteindelijk de boot op te mogen. Er staan in de rij nog wat oude auto’s die eerst door Jasper op de foto gezet moeten worden, en daarna kunnen we naar boven. Te laat om nog een mooi plekje voor onszelf te kunnen bemachtigen. Dan maar naar de speelruimte, die helemaal beneden is. Het is daar ontzettend koud, maar dat belet Jasper en Mila niet om lekker te spelen. Na ruim een uur koukleumen gaan we nog maar een poging doen om boven te zitten. We vinden uiteindelijk 3 stoelen, en met Jasper en Sandra in 1 stoel gaat dat passen. Het laatste stuk gaat tussen de fjorden door.
Na 3.5 uur staan we op de Zuidereiland. We rijden via de Queen Charlotte track richting Abel Tasmanpark. We zijn nu zo blij met onze kleinere auto, want deze weg is zoals ze dat noemen nogal ‘winding’ (met veel bochten). Het is wel ontzettend mooi, met steeds mooie uitzichten op baaien en mooi water. We stoppen uiteindelijk in Marahau, een dorpje aan het begin van het Abel Tasmanpark. Daar willen we bij mooi weer gaan wandelen. De vorige keer dat we hier waren, zijn we weggeregend. Hopelijk gunnen de weergoden ons dit keer beter weer. 
De camping is prima, al was het vinden van een plekje nog wel even spannend. Ze hadden ons tussen de tenten bedacht, en Sandra heeft met wat heen en weer steken de auto tussen de tenten kunnen passen. Maar de auto voor ons kon daarna niet meer weg, laat staan de andere auto’s die daar nog achter stonden. Auto er maar weer uitgehaald, op een ander plekje neergezet, en weer terug naar de dames achter de balie. Gelukkig was het geen probleem en kregen we een ander plekje.
Bij de vraag wat een leuke wandeling voor de kinderen is, kregen we de tegenvraag wat ze aankunnen. Ze hebben de Tongariro Crossing gelopen. Ohhhh… we kregen toen heel wat langere wandelingen als voorstel.

Vannacht is het rond 4uur begonnen te regenen, heel hard regenen. De ramen van de auto staan een stuk open, en Sandra heeft de sleutels in haar vestzak die in de daktent ligt… Sandra wordt gelukkig wakker van het gestommel van Peter in de auto en zo valt de waterschade in de auto uiteindelijk nog wel mee…
Gezien de regen gaan we niet naar het park. We willen niet hetzelfde als de vorige keer… We boeken nog een extra nacht, zodat we de volgende dag met een watertaxi naar het park kunnen. Bij de receptie ligt ook een paardrijfolder, voor rijden op het strand. De dame van de receptie belt voor informatie en we kunnen gelijk even langskomen. Mila is eigenlijk te jong, maar gezien haar rijervaring willen ze wel even met haar praten. Mila komt net uit bed, ze heeft uitgeslapen vandaag, en moet nu gelijk mee. We horen dat ze wel mag rijden, maar alleen in stap. En dat is niet wat Mila voor ogen heeft… De paarden zouden te sterk zijn voor haar.
We ontbijten daardoor laat, zo laat, dat we de keuken worden uitgestuurd. Ze gaan hem schoonmaken.
We rijden naar Motueka, een dorp 12km terug om boodschappen te doen. Er is daar ook een Warehouse, waar we een broek voor Jasper willen kopen. Die is uit zijn broek gescheurd. Hij loopt uiteindelijk de winkel uit met een zwarte dinojoggingbroek en een zwart rugbyshirt. 
We kopen nog wat vers fruit bij langs-de-weg-fruitstalletjes en terug naar de camping. Mila maakt daar een heerlijke lunch voor ons klaar. De rest van de dag vullen we met spelen, spelletjes, wat schoolwerk en wandelen op het strand en heel veel schelpen verzamelen.  

Het verzamelpunt voor de watertaxi is aan de andere kant van de weg. Daar staan kleine speedboten op een trailer achter een tractor. Erg grappig volgens Mila en Jasper. De tractor brengt ons naar het strand, naar de waterlijn, draait daar om, en rijdt ons achterwaarts het water in. In het begin varen we nog rustig, maar al snel gaan we voluit.. Eerst naar de ‘split apple’, een grote gespleten rots. Dan nog door naar een rots waar je zeehonden zou kunnen zien. Na heel goed speuren, ziet Mila er uiteindelijk 1 liggen. Niet echt spannend meer, dit hebben ze al vaker en in grotere aantallen gezien.
Dan door naar Torrent Bay, waar wij eruit gaan om te wandelen. Omdat het laag water is, kan de boot niet dicht bij het strand komen. Schoenen uit, broek opstropen en het water in! Jasper wil dat ook, maar hij zou dan tot zijn navel in het water staan, dus Peter tilt hem het eerste stuk. Niet dat het veel uitmaakt, want na een stukje wandelen in voor hem kniehoog water is hij alsnog flink nat.
Eerst nog even spelen en opdrogen op het strand en dan gaan we wandelen. We gaan circa 7km (de borden zijn het er niet over eens of het nu 6,4 of 7,8km is) wandelen naar een andere baai, waar we weer zullen worden opgehaald door de watertaxi. De wandeling gaat door het bos, met uitzicht op het baaien met witte stranden en helder blauw oceaanwater. Van die foto’s die je altijd in reisgidsen ziet.. Het is helaas wel druk, we worden ingehaald, halen zelf in, krijgen tegenliggers etc. Het drukste is het bij de hangbrug, waar maar 5 mensen tegelijk op mogen. Het idee is dat je netjes op je beurt wacht en omstebeurten gaat, alleen dat heeft de overkant niet begrepen. Om te voorkomen dat we hier staan te wachten tot we een ons wegen, stapt Sandra uiteindelijk ook de brug op. Daar zijn de mensen die al op de brug staan niet blij mee, maar dat is hun probleem, hadden ze maar op hun beurt moeten wachten. 
Na circa 3 uur rustig wandelen, kijken, genieten en ook af en toe rusten, zijn we in de baai waar we straks worden opgehaald. Eerst een broodje eten en zorgen dat de meeuwen er niet mee vandoor gaan, nog even lekker spelen, zandvliegen van ons afslaan, en dan mogen we de taxi alweer in. Jasper is zo moe dat hij het op de aanhanger varen al niet eens meer meekrijgt, hij valt ondanks het stuiteren op het water in slaap. Hij heeft vandaag voor het eerst alles zelf gelopen en is supertrots op zichzelf. Terecht!
Om de tijd te doden vertelt de schipper onderweg een mop (waarom steekt een kip de weg over? Om naar de overkant te komen. Waarom wil hij naar de overkant? Want daar is de bibliotheek. Waarom wil hij naar de bibliotheek? Hij wil een pocket (van het kippengeluid ‘pok pok pok’). Nu is Mila een wandelende moppentapper, en zij vertelt er 1 terug (waarom moet je na 18uur niet naar het bos gaan? Dan vallen de olifanten uit de boom. Waarom heeft een krokodil een platte bek? Die ging toch na 18uur het bos in). Hij geeft eerlijk aan dat hij eerst niet wist wat hij er mee aan moest, maar dat hij eigenlijk wel grappig is.
Snel nog even onder de douche, er een was ingooien en dan zijn we eigenlijk nog niet klaar als Rogier, Angelica en Fabienne er al zijn. Ze krijgen een warm welkom van Mila en Jasper en met z’n 3-en duiken ze gelijk de speeltuin in. Het is wederom een gezellige middag en avond. Jasper is dan ook verdrietig als hij Fabienne dag moet zeggen, maar zijn traantjes zijn snel gedroogd na de belofte dat we in Nederland snel een keer langs gaan.

Na een heerlijk ontbijt van Mila, rijden we aan het einde van de ochtend verder richting het zuiden. We gaan richting de gletsjers, met een tussenstop in Punakaiki. Een lange autodag, met een hele mooie route langs een rivier. Bij een uitzichtpunt met een asociaal geparkeerde camper die in z’n eentje bijna het hele parkeerterrein in beslag neemt, maken we een lunchbroodje, waarna we weer verder rijden. Om de reis te breken, maken we een tussenstop in Tauranga, waar zeeleeuwen leven. Er zijn een heleboel jonge zeeleeuwen die spelen in de baaien. We zien ze springen, duiken en buitelen in de baaien.
Dan door naar de pancakerotsen. Pancakerotsen zijn rotsen in de zee, die uit vele laagjes bestaan. Als een stapel pannenkoeken. Raden wat het verzoek voor het avondeten is..
Er zijn ook blowholes, waar het water omhoog gestuwd wordt, als het tegen de rotsen aan slaat. Het is net vloed geweest, wat betekent dat het water met flink wat kabaal tegen de rotsen aanslaat en de nodige mist creëert. We hebben geluk, want we zien ook nog hectordolfijnen spelen in de golven.
Dan wordt het tijd voor een camping. Er zijn er 2 in de buurt, maar na langsrijden vinden we het eigenlijk allebei niets. Dan toch maar terug naar de 1ste, daar staan we tenminste bij de oceaan. Koken en eten met uitzicht op de oceaan maakt veel goed.

We worden wakker in de regen. Helaas geen ontbijt buiten met zicht op de oceaan. Een warme douche (de douches zijn in de huis- annex eetkamer. Moet je je voorstellen dat je de douche uitkomt en allemaal mensen aan de eettafels ziet zitten…) en een stapel warme pannenkoeken om ons warm te maken, vers fruit voor de vitamines en dan gaan we weer op pad. Vandaag willen we richting de Franz Josefgletsjer rijden. De Fox-gletsjer had onze voorkeur, maar vanwege een aardverschuiving is de wandeltocht tot half maart niet beschikbaar. Eerst een tussenstop bij de supermarkt en bij de camping in Greymouth waar Mila 9,5 jaar geleden haar eerste stapjes heeft gezet. Nu zijn we met een tiener op reis. Wat gaat het snel!
Onderweg stoppen we nog even een plekje waar je gloeiwormen zou kunnen zien. We verwachtten iets in een grot, maar dit is een grote groene wand. En daar zitten wel gloeiwormen, maar die zijn niet zichtbaar op klaarlichte dag…
Het wachten op het vrijkomen van de weg bij Whataroa geeft ons de gelegenheid om broodjes te maken en de tent even op te zetten. Deze weg is na een aardverschuiving weer ‘open’, wat betekent dat de weg 1x in het uur 10 minuutjes open gaat om het verkeer door te laten. De rest van het uur zijn de werkers bezig om de ravage na de aardverschuiving van een week eerder op te ruimen. Er is 400 meter lang en 4 meter diep een stuk aarde omlaag gekomen. Man, wat een bende. En de tent moet een opgezet worden om te kunnen drogen. De vorige keer dat we een natte tent moesten inpakken, was vervolgens het matras nat. Dat willen we nu voorkomen. Dus staan we midden op de weg broodjes te smeren met een uitgepakte tent op het dak .
Rond 15u30 zijn we bij de beoogde camping. Het inschrijven is een grote bende. Je moet jezelf inschrijven, moet betalen voordat je de camping op gaat, maar er wordt vooral aanbevolen eerst te kijken voordat je gaat betalen. Op straffe van een boete van $150 (= E90). Eigenwijs dat we zijn, rijden we toch met auto de camping op, zien uiteindelijk een plekje dat wel ok is, en gaan dan pas betalen. Betalen met kaart kan bij een camping verderop, dus eigenlijk maar goed dat we eerst een plekje geregeld hebben, want het is intussen best druk geworden.
Na betalen naar de i-site voor wat informatie over de wandeling. De beoogde wandeling (Robert’s Point, 11km) zou veeeeel te zwaar zijn voor kinderen, zou ze zelf niet doen, etc. Bij het argument dat ze de Tongariro Crossing hebben gelopen, is het antwoord ‘ja, maar dat is anders’. Op doorvragen komt niet echt een antwoord behalve dat dit een advanced hike is. Twijfel, twijfel, twijfel, wat doen we nu? Het alternatief is een makkelijkere maar wel langere wandeling (18km). Of we kunnen naar grotten, of naar een poeltje. Maar daar komen we hier niet voor. 
Op de camping vinden Mila en Jasper een overdekt plekje waar ze de kiwi-kleurplaat van de i-site gaan zitten kleuren. Dat bevalt zo goed, dat ze hun andere kleurboeken ook erbij pakken. In tussentijd zoeken Peter en Sandra de wandelspullen voor de volgende dag, zetten de tent op en maken van de auto een slaapplek.
Na overleg met de kinderen besluiten we de uitdaging aan te gaan, en toch Robert’s Point te gaan doen (mama, we kunnen toch wel klimmen). Een goede maaltijd (die je met heel veel geduld moet maken, want de branders zijn echt slecht) en een goede nacht slaap maakt veel mogelijk.

Een stevig warm ontbijt, auto inpakken en een paar minuten rijden naar het startpunt van de wandeling. Het startpunt is nog even zoeken, maar eenmaal gevonden gaan we vol goede moed op pad. De eerste kilometers zijn eenvoudig: heuveltje op, heuveltje af, wat rotsen hier en daar. Af een toe een stroompje waar we doorheen moeten, en soms een beekje. Tot zover goed te doen. Na 2 kilometer komen we bij een hele lange swingbridge (hangbrug). Je moet bukken om onder de bevestiging van de brug in de rots door te kunnen en op de brug te stappen. De brug is op zichzelf al een avontuur, het ‘swingt’ goed als je erover heen loopt. Daarna wordt het pad al wat uitdagender: het pad bestaat sommige stukken alleen maar uit rotsen, waar je over heen moet stappen, lopen, springen, of wat maar past op dat moment. Jasper loopt moedig voorop, hij heeft zichzelf vandaag tot onze gids benoemd. Ondertussen maken hij en Mila regels waar je je tijdens de wandeling aan moet houden: 1) volg de gids, 2) luister naar de gids, 3) vraag hulp aan de papa van de gids, 4) niet te grote stappen, etc… Op veel stukken hebben we ook de handen nodig. 
Het venijn zit echt in de laatste 2 kilometer, waar we dan ook 2 uur over doen. De rotsen waar we over heen moeten, zijn nu soms kniehoog, waardoor Jasper en ook Mila vrijwel de hele tijd ook hun handen nodig hebben. Na 4 uur klimmen, klauteren, springen over rotsen, door beekjes waden en over bruggen lopen, zijn we dan boven. Mensen kijken verbaasd op, als ze 2 kinderen het platform op zien komen. Hebben zij deze wandeling gedaan? Het platform biedt een heel mooi uitzicht op de Franz Josefgletsjer. Een mooie plek voor een welverdiende lunch. Na een half uur wordt het tijd om weer af te dalen, want dat zal ook de nodige tijd kosten. Mila en Jasper vinden het nog steeds leuk, al zie je aan de misstappen die ze maken, dat ze moe worden. We willen per se voor een chagrijnige Duitser blijven, dus het tempo ligt redelijk hoog. 1 km voor het einde bedenkt Jasper dat hij nog even een stokje uit het beekje, wat we aan het oversteken zijn, wil pakken. Hij denkt er niet meer aan dat we een beek aan het oversteken zijn, en stapt vol in het water. Aiii, dat is koud, met natte schoenen en sokken tot gevolg.
Het kost ons uiteindelijk 4 uur om naar de top te komen en 3,5 om weer bij de auto te komen. Daar willen ze het liedje ‘we are the champions’ horen. 
In de auto een filmpje, en op de camping douchen en eten. En dan samen in de slaapzak in de auto, om de film verder af te kijken en daarna lekker te gaan slapen.

Mmmhhh, de trap van de daktent afkomen gaat wat lastiger vandaag. We voelen onze spieren wel. Mila en Jasper lopen alsof ze nergens last van hebben. Het is wederom een koude nacht geweest, en Mila heeft wat minder goed geslapen. Een warm ontbijtje met gebakken appels doet wonderen om op temperatuur te komen. Na het ontbijt is het weer de auto inpakken en dan gaan we op pad. Eerst nog een korte wandeling naar de vlakbij gelegen Tartare tunnels, waar gloeiwormen in zouden zitten. Deze tunnels loopt door de rotswand heen, en ze hebben die uitgehakt, om water van hoger gelegen gebieden naar het gouddelfstation beneden te laten stromen. Met het water werd de aarde van het goud gewassen. Peter klapt nog even snel de tent uit, want die is vannacht ook aan de binnenkant vochtig geworden. Vanwege de kou hadden we de ventilatie ook dicht gedaan, slecht idee. Het eerste stuk is door het bos, langs de rivier. Goed te doen, ondanks de vermoeide spieren. Daarna moeten we de tunnel in. In de tunnel staat een laagje ijskoud water. Hoofdlampjes op en gaan. De eerste stappen doen we voorzichtig en zoeken rotsen om op te stappen, maar al snel besluiten we dat we beter door het water kunnen lopen. Mila wil het zelfs op blote voeten proberen, maar daar is het water toch echt iets te koud voor. Onze schoenen zijn gelukkig redelijk waterdicht, waardoor het goed te doen is. We zien een aantal gloeiwormen, maar het is echt zoeken. Maar elke worm die we zien glimmen is ook een feestje. Bij de auto weer de tent inklappen (gelukkig is dat binnen 5 minuten gedaan) en in de auto. 
We willen vandaag richting Wanaka, wat betekent dat we de hele middag in de auto zullen zitten. We stoppen bij Lake Purangi voor een snelle lunch. De zandvliegen maken het hier zo onaangenaam dat we snel weer de auto in willen. 
De route richting Wanaka is niet vervelend om te rijden, het uitzicht is schitterend: oceaan, bergen en meren. We maken nog een korte stop bij Thunder Creek Falls, waarvan Mila en Jasper gelijk roepen dat deze waterval op de Takakaw-waterval in Canada lijkt. 
Gezien de tijd besluiten we niet helemaal door te rijden tot aan Wanaka, maar een camping hier in de buurt te zoeken. Na 7km stuiteren op een gravelweg komen we bij een camping van de overheid (DOC-camping), waar je alleen de basis-faciliteiten hebt. Een stuk goedkoper, alleen geen speeltuin oid. Maar wel een heel groot meer (Lake Hawea) en uitzicht op de bergen. Voor Mila en Jasper maakt het niets uit. De verzinnen zelf een spel met takjes, stenen, en dieren (ongedierte) die langskomen. Oh ja, we zouden over de Haastpass hebben gereden, maar dat is compleet aan ons voorbij gegaan.  

We worden wakker van de schapen en vrolijk fluitende vogels (bell-birds, die hebben een heel vrolijk deuntje). Zodra Mila en Jasper wakker zijn, gaan ze weer verder met hun spel. Dat laat ons twijfelen of we nog een dagje langer zullen blijven. Als we de plannen voorleggen (puzzling world), willen ze graag nog even spelen, en dan op pad.
Als ze hun spel hebben afgerond, en we nog even gefrisbeed hebben, zijn we eindelijk klaar voor vertrek. Rond 12 uur zijn we in Wanaka. Eerst even tanken, want hier kun je met wat zoeken weer goedkoper tanken (scheelt zeker nzd 0,40 (= E 0,24) per liter), en de auto geeft aan dat hij ook wel wat kan gebruiken. Daarna weer terug naar Puzzling World. Dat staat in het teken van denkspelletjes, illusies en buiten is nog een groot doolhof. De denkspelletjes kosten eerst wat moeite, want ze willen graag het antwoord gelijk hebben, maar later gaan ze er toch wel de lol van inzien. Daarna gaan we naar de ruimte met alle illusies: gezichten die je volgen als je voorbij loopt, scheve kamers waar het water omhoog loopt en de lift om laag gaat en waar iemand van alledaagse gebruiksvoorwerpen maaltijden heeft gemaakt. Denk dan aan opgerolde roze sponzen als bolletjes ijs, watjes als slagroom, rode elastiekjes als kersen en witte sponzen als halve bananen. Je zou er spontaan trek van krijgen.
Na de illusies eerst even wat eten en daarna door naar het doolhof. Als je alle paden achter elkaar zou leggen, zou het een pad van 1km lang zijn. De opdracht is, om eerst langs de 4 gekleurde hoektorens te lopen en daarna de weg naar de uitgang te vinden. Gemiddeld doe je er 30 tot 90 minuten over, en zou je 3 tot 5km lopen. Mila neemt het voortouw en Jasper rent er achteraan. Peter en Sandra lopen er iets rustiger achteraan. We proberen wat meer het overzicht te houden, terwijl zij als kippen zonder kop gangetjes in rennen en weer terug komen omdat ze doodlopend zijn. Het overzicht houden is trouwens makkelijker gezegd dan gedaan. De schotten zijn zo hoog, dat je er niet overheen kan kijken. De torens zijn redelijk snel gevonden, binnen 30 minuten zijn we in alle hoeken geweest. Nu de uitgang nog vinden. Dat kost meer moeite. Na nog eens 30 minuten hebben we wel de nodige nooduitgangen gevonden, maar nog niet de echte. Jasper is er dan wel klaar mee, en gaat samen met Sandra in de tuin wachten. Nog geen 10 minuten later staan Peter en Mila ook bij ons. Zij hebben de echte uitgang ook gevonden.
Snel de auto in, en nog even langs de i-Site (VVV) voor wandelingen in Mount Aspiring National Park. Net voor sluitingstijd vallen we nog binnen, en krijgen we advies over leuke wandelingen. 
Door naar de camping in Glendu Bay, iets buiten Wanaka en toegangsweg tot Mount Aspiring. Onze buurman is een rare Informaticasnuiter (hoog opgetrokken witte sokken in sandalen, een veel te dikke buik voor zijn jonge leeftijd, een bril met jampotglazen, dat idee), die ons het advies geeft om maar lang te gaan koken als we de laptop willen opladen. En bedankt. Het zou fijn geweest zijn, als we hem even bij jou aan de lader hadden mogen leggen…
Het geluk bij het ongeluk is, dat het koken inderdaad lang duurt. Er zijn niet voldoende werkende (!!!) kookpitjes voor alle kampeerders die willen koken. Na een late maaltijd, tandenpoetsen en naar bed.

We gaan naar Mount Aspiring voor een wandeling naar de Rob Roy gletsjer. Een wandeling van 11km in totaal, door de heuvels/bergen. Volgens de dame van de i-Site goed te doen voor onze ervaren kinderen. Enige twijfel is nog de weg er naar toe. Het is nu al langere tijd droog geweest, dus zou het te doen moeten zijn. Op winterse en/of regenachtige dagen is de weg er naar toe niet voor elke auto toegankelijk, vanwege de diepe poelen die er dan zijn. Mocht het niet lukken met de auto, dan is plan b een wandeling bij de meren. Ook leuk, maar aangezien het vandaag warm wordt, en deze wandeling veel in open terrein is, heeft deze niet onze voorkeur.
Na een paar kilometer houdt het asfalt op, en begint het gerammel en gebammel op de gravelweg. De wat betere stukken (lees die ons wat minder laten stuiteren) zijn aangenaam. Met de poeltjes heeft onze auto gelukkig geen problemen. Soms is het schuin doorsteken om te voorkomen dat we vast komen te zitten, maar verder komt hij prima door het water. Tegen 12uur zijn we op een overvolle parkeerplaats. Mmhhh, dit zou een gemiddeld drukke wandeling moeten zijn. 
Het eerste stuk is op open terrein, langs een snel stromende rivier aan de voet van bergen. We moeten een zijstroompje oversteken en dat kun je door of over het water doen. 3x raden wat Mila en Jasper kiezen… Na ruim een kilometer komen we bij een hangbrug en lopen we het bos in. Dit is een stuk aangenamer qua temperatuur. De wandeling is goed te doen. De heenweg is voornamelijk stijgen, af en toe door een beekje, soms over wat rotsen stappen en ook stukken waarop je moet doorlopen vanwege het risico op vallende rotsen. Peter vreest de terugweg, want hij heeft last van zijn knie van de vorige wandeling. We worden regelmatig getrakteerd op uitzicht op de gletsjer en op watervallen. Na circa 2 uur zijn we op het lage uitkijkpunt. Erg mooi, maar we willen graag naar het hoge uitkijkpunt. Dat is nog een kilometer wandelen. Wel een pittige kilometer, want er staat een half uur voor. Na een klein uurtje wandelen over rotsen en af en toe flink stijgen zijn we bij het hoge uitkijkpunt. Waar we een geweldig uitzicht op de gletsjer en alle watervallen eronder hebben. Onder het genot van een broodje genieten we van het uitzicht. Na een half uur gaan we beginnen we aan de terugtocht. Veel te snel al, maar we weten intussen dat we die ook niet moeten onderschatten. Na circa 2,5 uur staan we weer bij de auto. Natuurlijk na ook nu weer eerst door het water te zijn gelopen. En Jasper de nodige stenen en rotsen in het water heeft gegooid. Mila en Jasper hebben weer stoer gewandeld. 
De terugweg bestaat weer uit heen en weer geschud worden, maar ze zijn nu zo moe, dat we ze niet horen (of komt het doordat ze spelletje op de telefoons aan het spelen zijn?).
De camping is hetzelfde als gisteren, tot groot plezier van de kleine Laloli’s. Er zit een hele leuke speeltuin bij, waarbij vooral de tractor favoriet is. Eerst spelen, dan douchen en dan weer spelen, want het avondeten laat vandaag ook weer lang op zich wachten. Moe gaan ze veel te laat bed in. Jasper kan nog net lang genoeg wakker blijven om het voor het slapen gaan verhaaltje te horen.
Als Sandra en Peter de laatste spulletjes opruimen, komen ze nog een egel tegen die in de afvalzak gekropen is. Deze kleine vriend moet eerst op veilige plek weer losgelaten worden, en dan kunnen wij ook naar bed. 

Mila en Jasper zijn vandaag wel moe. Ze willen niet veel, maar spelen in de speeltuin is wel goed. Sandra en Peter besluiten de was weg te werken, want die stapel wordt ook steeds groter en zoveel hebben we ook niet bij ons.
Het plan is om richting Te Anau (autocorrect maakt er steeds Te Sneu van) te gaan voor de fjorden. Peter heeft zijn twijfels of we dit wel moeten doen. Het is best ver omrijden, we hebben al genoeg fjorden gezien, voor Mila hoeft het niet zo, en Jasper wil niet nog een keer op een boot. Duidelijk, we skippen Te Sneu. Dan gaan we richting Queenstown en vanaf daar verder richting zuid.
Bij Queenstown vullen de voorraden en de koelkast weer. Deze winkel heeft wifi, waarvan Peter even gebruikt om een paardrijtocht voor Mila te regelen. 
Nog even een stop bij The Warehouse, want Jasper klaagt over te kleine onderbroeken en we hebben nog wat gasflessen nodig. Peter ziet aan de overkant Mountain Warehouse, waar Jaspers haaienpet vandaan kwam. Die pet waar nu in Torres del Paine een poema of guanaco (lama-achtige) mee rond loopt. Na 45 minuten lopen we met een haaienpet, een warm vest voor San (na 10jaar is het MacPac-vest toe aan vervanging toe) een broek en meerdere shirts weer naar buiten. 
We rijden door Queenstown heen, en zijn blij dat we dit plaatsje voorbij rijden. Het bestaat uit hotels, motels, hotels, en nog meer motels. En winkels en natuurlijk restaurants. We rijden nog een half uurtje naar een camping aan een meer, tussen de schapen en naast de paarden. Prima speelgoed voor Mila en Jasper . 

’s Nachts worden we wakker gemaakt door een auto-alarm. Gelukkig slapen Mila en Jasper overal doorheen. Na het ontbijt gaan Jasper en Mila weer naar de paarden en maken wij van ons bed weer een auto. Net voordat we willen vertrekken landt er nog een helikopter op de camping. Gaaf om te zien! Zeker ook, omdat hij flink moest manoeuvreren, zo tussen de bergen. Na nog een spelletje frisbee is het toch echt tijd om te gaan. Vandaag rijden we naar Orepuki, waar Mila gaat paardrijden op het strand. We volgen de Southern Scenic Route een stuk, een route die langs bezienswaardigheden en mooie stukken van het zuidelijke deel van het Zuidereiland loopt.
We zijn ruim op tijd in Orepuki (zou het niet leuk zijn, als wij de plaatsen in Nederland ook zo’n vrolijke naam geven?), en regelen eerst een kampeerplek. Het plaatselijke cafe heeft een grappig concept: de staplaats kost nzd 15 (E 9), en dat is gelijk een krediet voor de bar waar je wat kunt eten en drinken. Overigens is de camping niet veel meer dan een paar strookjes gras, waar op drukke dagen 3 auto’s per grasstrookje moeten staan. Gelukkig is het nu niet druk en hebben we de ruimte. 
We lopen naar het andere cafe/restaurant, waar Elvi op ons wacht. Zij is de eigenaresse van de paarden en begeleidt ons vandaag op onze trektocht. We gaan met z’n 4-en rijden: Elvi, Douglas, een Londenaar op sabbatical, Mila en Sandra. Mila wordt uitgehoord over haar rij-ervaring, wat ze kan en niet kan, we krijgen caps en rijschoenen en dan mogen we naar de paarden toe. Elvi heeft nog even besloten dat Sandra en Mila van paard ruilen, omdat Mila een wat pittiger paard wil, en Sandra de voorkeur heeft voor een wat rustiger dier.
Er staan 3 mooie arabieren en 1 grote fries klaar. Terwijl Mila en Sandra op hun paarden worden gezet, mag Jasper wat rondjes op de fries stappen. Daar zit de kleine dappere man, bijna 2 meter boven de grond, met een lach van oor tot oor. 
Na een half uur zijn we klaar voor vertrek. Jasper is verdrietig, hij wil ook rijden, en Sandra spreekt met hem af, dat hij het stukje vanaf het strand naar de stalling mag rijden. Peter en Jasper halen wat speelgoed uit de auto, en gaan spelen op het strand, terwijl Mila en Sandra gaan rijden. Eerst een rondje door wat achteraf weggetjes van Orepuki. Niet moeilijk, want zo groot is Orepuki niet. Na een half uur hebben we heel Orepuki wel gezien en gaan we het strand op. De paarden vinden het hier ook een stuk fijner dan op de gravelweggetjes, want ze stappen gelijk flink door. De paarden moeten eerst wennen aan het water, maar daarna stappen de meeste er dapper doorheen. Die van Sandra niet, die sjokt rustig aan de droge zijde en doet af en toe een stapje harder om de rest weer bij te benen. Op Mila’s verzoek gaan we draven. Douglas heeft lang geleden een keer gereden en stuitert op zijn fries heen en weer. Sandra is blij met de lessen die ze gehad heeft en redt zich redelijk. En Mila scheurt er vandoor op haar Ricky. We stoppen even bij Peter en Jasper en dan mag Mila met Elvi gaan galopperen. Dat is wat ze heel graag wilde en Elvi vindt haar goed genoeg rijden om dat te doen. Het is wel wat anders dan op de manege, waar je 2 rondjes mag galopperen en dan weer moet stoppen. Elvi vertelt later dat ze ruim een kilometer heeft gegaloppeerd. Sandra en Douglas gaan er in draf achteraan. We maken een korte stop bij Monkey Island (vanaf daar werd gekeken of er walvissen waar voor de walvisjacht en werden de smokkelaars binnen gehaald) en dan is het alweer tijd om terug te gaan. Mila mag nog een flink stuk in galop. Ze heeft dan ook een lach van oor tot oor!
Als Jasper ons weer aan ziet komen, loopt hij snel naar Peter toe om zijn schoenen weer aan te trekken. Hij wil klaar zijn als we bij hem zijn, zodat hij ook kan rijden. Eerst nog een heel steil stuk omhoog en dan stapt Elvi van haar paard af, zodat Jasper daar op kan zitten. Als een volleerd ruiter stapt hij voorop richting de weide waar we de paarden gaan afzadelen. Mila vraagt of ze nog mag borstelen, wat Elvi geen probleem vindt. Ruim een uur later kunnen we Jasper en Mila pas meekrijgen. Zo leuk vinden ze het. En Elvi vindt hun enthousiasme ook erg leuk. Mila mag over een paar jaar bij Elvi op de boerderij komen helpen. 
Op de camping staan intussen wat meer auto’s, ook met nog 2 Nederlandse jongetjes. Jasper komt wat auto’s halen en is vervolgens verdwenen. Mila en Sandra gaan even douchen en dan is het tijd om te eten. We besluiten om van het barkrediet gebruik te maken, omdat dat sneller is, dan die 2 armoedige brandertjes die we hebben. Dachten we… We hebben bijna 1.5uur op wat patatjes, een hamburger en een pizza zitten wachten. Jasper heeft al geen trek meer en hangt aan tafel. Helaas ook vandaag weer veel te laat op bed.

Voor woensdag is er 100% regen voorspeld. Maar bij opstaan is het een mooie blauwe hemel, zonder regenwolken. De regen is vannacht al gevallen. Jasper kleedt zich aan, en staat alweer met zijn autootjes en een boterham in de hand bij de buurjongetjes. Zodra het cafe open gaat, gaan ze daar binnen spelen. Een paar minuten later staat de pubeigenaar bij ons. De kinderen mogen niet zonder volwassene binnen spelen en hij is ook nog niet open. Prima, dan halen we ze weer op en spelen ze bij de auto. Helaas, de buurjongetjes moeten in de auto zitten… Opeens bedenkt Jasper dat hij zijn autootjes binnen heeft laten liggen. Sjips! Het cafe is nu dicht en gaat pas over 45minuten weer open. Daar gaan onze plannen om vandaag eens op tijd te vertrekken. Bliksem McQueen kunnen we niet achterlaten. Ruim na half 10 gaat het cafe weer open en zoeken we snel zijn autootjes op. Daarna de auto in, op weg naar Invercargill en Bluff. In Invercargill nog even wat boodschappen doen en dan door naar het Queenspark. In Queenspark is een kinderboerderij en een grote speeltuin. Mila en Jasper vermaken zich daar een paar uur, terwijl Peter en Sandra wat administratie wegwerken. Er is hier zowaar gratis wifi, ideaal! 
Nog snel een broodje bij de auto, lettend op de meeuwen die ook wel een broodje lusten, en dan richting Bluff. In Bluff staat slope point, een wegwijzerpaal in allerlei windrichtingen met plaatsnamen erop. Je staat op het zuidelijkste puntje van het Zuidereiland (Stewart Island niet meegenomen), toch leuk voor een foto of 2. Er zit daar een groep wandelaars, die van het uiterste noorden van het Noordereiland naar Bluff slope point gewandeld zijn. Een wandeling van 1400nogwat kilometers. Daar zijn we toch wel even stil van, wat een prestatie! (we lezen later op internet dat het zelfs een wandeling van 3000km is, en dat deze 3 tot 6 maanden duurt). 
Na slope point nog naar het uitzichtspunt en een ijsje bij het zeeleeuwenstrand (geen zeeleeuw te bekennen overigens, die zijn door de Engelsen vakkundig afgeslacht en de populatie is nog steeds niet hersteld). Daarna richting de camping 1,5 uur rijden verderop. 
De beoogde camping is gratis, heeft geen zandvliegen (wat een verademing), en wederom in de rust aan een meer. Eenmaal daar aangekomen blijkt deze al best druk te zijn, en ze hebben maar 1 toilet. Hhmm, niet handig als je een kind heeft dat zegt dat als hij moet plassen dan ook NU moet plassen. Dan toch maar naar de betaalde camping 15minuutjes verder. Het leuke van deze camping is, dat het aan een baai ligt, waar ook hectordolfijnen wonen. Daar wilden we toch al naar toe, nu kunnen we daar naar toe lopen.
Na aankomst het gebruikelijke: auto ombouwen naar bedden, koken, eten en dan lopen we nog naar de baai waar ze zouden kunnen zwemmen. Het is geen laagtij, maar morgenochtend wel. Dus hopelijk hebben we morgenochtend geluk.

We ontbijten vandaag op het strand. Bij laagtij zouden er dolfijnen kunnen komen en dat is rond 10uur. Wachten duurt erg lang, maar kort nadat de boterhammen op zijn, zien we de eerste vinnen in de baai. En dat worden er steeds meer. Er rennen al mensen de koude zee in, in de hoop dat ze naar hen toekomen. Wij vinden het water te koud, en blijven rustig op het strand. Totdat Mila en Jasper zien, dat de dolfijnen echt heel dicht bij de mensen zijn. Dat willen ze ook! Peter rent naar de auto om de zwemspullen op te halen en op het strand kleden zij zich snel om. De dolfijnen zijn dan al wat verder van de mensen af, maar dapper als ze zijn, ze gaan toch het water in. Jasper op de arm van Peter, Mila er achteraan. De dolfijnen komen redelijk in de buurt, maar het wordt te druk en ze blijven wat verder van het strand af. Na 15minuten zijn ze flink verkleumd en komen ze uit het water. Sandra staat al klaar met de handdoeken, het water was haar te koud. Een warme douche en een kopje soep zorgen ervoor dat ze het weer warmer hebben. 
In de middag gaan we naar de McLean-watervallen, een half uur rijden verder. Net als we aankomen, begint het te spetteren. Regenjassen mee en op pad. Na 50meter komen we al een bramenstruik tegen, die eerst leeggehaald moet worden. Sandra loopt terug naar de auto om een bakje te halen, maar als ze weer terug is, is er nog welgeteld 1 braam om er in te doen, de rest zit in de buiken van Jasper en Mila. Om bij de watervallen te komen, moet je een klein half uurtje wandelen. Eitje intussen voor onze kinderen. Na wat foto’s te hebben gemaakt, keren we weer om. Net op tijd zijn we bij de auto, want het gaat nu flink regenen. De regen houdt de hele middag aan. We gaan in de warme en droge keuken zitten, waar Mila aan haar Maori-werkstuk werkt en Sandra een inhaalslag op het reisverslag maakt.

Na het eten trotseren we de koude en het laatste beetje regen, om nog even naar de receptie te lopen. Daar komen ’s avonds de zeldzame yellow-eyed pinguins aan land. Er staan al wat mensen te wijzen en foto’s te maken. Er staat welgeteld 1 pinguin met schattige roze voetjes en gele wimpers op een rots zijn veren te poetsen. Een kleine teleurstelling want volgens de beschrijving zouden het er veel meer moeten zijn. Tot we horen dat we geluk hebben, de afgelopen dagen was er geen een. Om op te warmen drinken we in het restaurant nog een kopje thee en chocomelk en dan is het bedtijd.

We maken Mila en Jasper op tijd wakker, want vandaag willen we onder andere naar de Cathedral Caves: grotten die 160miljoen jaar geleden ontstaan zijn, op het strand liggen en alleen toegankelijk zijn rondom laagtij. Laagtij is om 10u32, het is ruim een half uur rijden, en vanaf de parkeerplaats nog een stukje wandelen. Echter, door de vochtige nacht is de daktent van binnen helemaal nat, en we willen deze niet dichtklappen met al het vocht erin. Dan zouden we vannacht een waterbed hebben… De vertrekplannen worden iets later en iets gehaaster, maar nog steeds ruim op tijd zijn we bij de grotten. Een korte wandeling door het bos richting het strand, een nog korter stukje over het strand (dit stukje kost ons meer tijd, want als echte strandjutters wordt er van alles gevonden: een paar schelpen, een vogelskeletje, stokken,…) en dan zijn we bij de Cathedral. Mila is nog wel onder de indruk, maar Jasper vindt het spelen met het water leuker. 
Langs de Southern Scenic route die we vandaag rijden, liggen meer bezienswaardigheden. Allemaal op korte rijafstand van elkaar, en er naar toe wandelen is maximaal een half uur. Na de Caves gaan we naar de Matai watervallen en de horseshoe watervallen en de Purakaunui watervallen. Dan is het weer een stukje rijden naar Surat Bay, waar je zeeleeuwen op het strand kunt zien liggen.. Na de nodige waarschuwingsbordjes lopen we het strand op. We houden vooral Jasper goed in de gaten, want zeeleeuwen kunnen aanvallen. Voorlopig zien we nog niets, totdat die aangespoelde boomstam opeens gaat bewegen… en een flipper omhoog steekt.. en omrolt… er ligt een jonge mannetjeszeeleeuw lekker te zonnen voor ons. Met een wijde boog, zover het water en het strand ons dat toelaten, lopen we er rustig langs. De zeeleeuw besteedt aan ons geen aandacht en rolt zich nog eens lekker om. We lopen nog een stuk verder, en zien verder nog 1 groter mannetje met 2 vrouwtjes liggen. Dit mannetje is wat alerter, dus we komen niet te dichtbij. Na de nodige foto’s keren we om en lopen we terug langs de eerste. Die ligt nu in het midden van een stuk strand dat nog geen 10meter meer breed is. Mmhhhh, dit vinden we toch wel wat spannender, maar hij vindt ons nog steeds niet interessant. De dame die achter ons loopt, vindt hij wel interessant want daarvoor komt hij omhoog en hij loopt een stuk achter haar aan. Misschien omdat ze de kleuren van een pinguïn aanheeft? 
Als laatste staat Nugget Point op het lijstje. Niet vanwege de vuurtoren (ik hoef niet naar de vuurtoren mam, ik weet wel hoe die eruit ziet, die heb ik al genoeg gezien), maar omdat hier pinguins en zeehonden zijn. De wandeling is een kleine kilometer, maar als Jasper de vuurtoren al ziet liggen, roept hij ‘gezien, nu kunnen we terug naar de auto!’. We lopen toch door en niet voor niets, want we zien opeens een zeehond door het water schieten. En beneden horen we ook geluidjes.. En als met de camera goed inzoomen, zien we zeehonden liggen. Het geluid komt van een babyzeehond die zijn moeder roept. Na dit gezien te hebben is Jasper er wel klaar mee, hij loopt nog een klein stukje, maar 50m voor de vuurtoren besluit het niet meer verder te willen. We lopen even snel door naar de vuurtoren, maken foto’s van de gekgevormde rotsen (de nuggets, of volgens Jasper, de McNuggets) en dan de auto in. 
De camping in Kakapoint, 10minuten verder, vindt Sandra niets. We rijden door naar Balclutha, nog eens 15minuten verder. We worden allervriendelijkst ontvangen door een dame, die ons een rondleiding geeft over de camping, van wel 24 plaatsen, waarvan er een paar bezet worden door vaste bewoners (als in, de caravan is hun huis). Er zit een goed uitgeruste keuken bij, schone gratis hete douches, en een wasmachine. Waar ons avond uit bestaat, kunnen jullie intussen wel raden..

De zon laat zich deze ochtend niet zien. De was is dan ook nog niet droog als we al moeten uitchecken (wat op een camping zoveel betekent als wegrijden). Sjips.. we rekken het een beetje op, en hangen de laatste natte stukken te drogen in de auto. We willen naar de boerenmarkt in Dunedin en die eindigt om 12u30. De auto wil ook nog wat vloeistof, waarvoor we ook nog op pad moeten. Want elke keer als we de deur open doen of de auto starten, geeft hij aan dat hij AdBlue wil. Eigenlijk wilden we het de laatste dagen er maar op gokken, maar na wat nalezen in de handleiding besluiten we dat toch maar niet te doen (auto zou niet meer starten als hij onder een kritische grens komt en we hebben geen idee waar die grens is). Na 2 tankstations heeft een oud mannetje bij een kleine garage wat we nodig hebben. Fijn, dat rijdt toch een stuk rustiger.
Dunedin is een mooie oude stad, met een grote chocoladefabriek (met vreselijk vieze chocolade (vinden wij)), een heel oud mooi treinstation en nog diverse andere oude gebouwen. We zijn nog net op tijd op de boerenmarkt om deze opgeruimd te zien worden. Mila koopt nog bij een stalletje een paar maiskolven voor het avondeten en dan gaan we alweer.
Daarna gaan we naar het Otago-museum. We dachten dat ze het interactieve deel, een kleine Nemo, wel leuk zouden vinden, maar de winkel bij de ingang en de hoek met kleurplaten zijn leuker. Als de kleurplaten af zijn, willen ze toch wel verder. De volgende 2 uur rennen ze door de zaal heen, maken een stop-motion-film, vouwen vliegtuigjes en proberen die uit boven een grote ventilator, maken een levensgrote knikkerbaan, spelen pacman met z’n 4-en, proberen een aardbevingsbestendig huis te bouwen, en maken een dijk in een waterbaan. Aan het einde nog even naar de vlindertuin en dan gaat het museum alweer sluiten. 
Onze camping voor die nacht ligt tussen Moeraki (van de grote ronde stenen) en Oamaru in. Bij de vraag of er nog pinguins zijn in Oamaru, weet de eigenaar een plek waar ze aan land komen en je ze gratis kunt zien. Dat klinkt goed! Op tijd eten en dan op pad. Is het plan.. Mila is in gesprek met een Nieuw-Zeelander, en ze blijven maar praten. Uiteindelijk zijn we er om 21uur. Het is al donker, maar er zijn nog genoeg pinguinspeurders hier. We lopen wat langs het water heen en weer, horen meeuwen, eenden en zeeleeuwen, maar horen en zien geen pinguïn. Uiteindelijk vragen we het aan een man in een oranje hesje met de tekst ‘penguin advocate’. Hij brengt ons naar een tunnel 20meter verder, en daar zitten 2 blauwe pinguïns. Dit is de kleinste soort pinguïn, en volgens Mila en Jasper zijn ze niet blauw maar grijs. 
Tegen 22u30 zijn we weer op de camping. Jasper is in de auto al in slaap gevallen. Nog best een uitdaging om de auto om te bouwen, als 1 van de stoelen die als steun voor het bed dient, nu als slaapstoel dienst doet. 10 minuten later liggen ze lekker in hun bed en wij niet veel later ook. 

Als we wakker worden is het grijs en hangt er regen in de lucht. Sandra gaat pancakes bakken, en Mila Jasper en Peter gaan met de eigenaresse de dieren voeren. Er zijn hier koeien, schapen, geiten en alpaca’s. Na het voeren kunnen ze zelf aan tafel. Wel binnen in het kleine huisje met eettafel, want het komt intussen met bakken uit de lucht. We proberen het zo lang mogelijk te rekken, maar 11uur moeten we toch echt van de camping af. Gelukkig neemt de regen af.
Eerst naar de Moeraki Boulders in Moeraki. Boulders zijn grote ronde stenen en deze zijn miljoenen jaren geleden gevormd rondom een steentje waar zich sedimenten op hebben afgezet. Grappig genoeg zijn deze stenen van binnen hol, wat je ook kunt zien doordat sommige stenen opengebarsten zijn of stuk zijn. Je ziet ook alweer nieuwe stenen uit de kliffen en het zand tevoorschijn komen. Het strand waarop de boulders liggen, is in ieder geval voor Jasper interessanter: de schelpverzameling wordt weer flink uitgebreid. Bij de auto eerst de schelpenverzameling maar eens uitzoeken en weggooien wat te veel stinkt en/of niet mee gaat.
De rest van de dag is nog open. Het idee was om naar Mount Hutt te rijden, waar een skigebied is, waar 2 weken geleden nog sneeuw lag. Lag, want als we een tussenstop maken bij een blauwe bessenboerderij, horen we dat de sneeuw voor korte duur was. Het blauwe bessen plukken was weer wel erg leuk! De bak van 2 liter was zo vol, en dan hebben we het niet over alle bessen die tijdens het plukken al in de monden verdwenen zijn.
We besluiten er een rijdag van te maken, zodat we morgen minder ver hoeven. Nog maar 2 dagen en dan moeten we ons rijdende huisje inleveren.
De camping is een kleine camping aan het water in Little River. Er is een kleine speeltuin, en nog leuker voor Jasper, een Nederlands speelkameraadje.
Bij het koken komen we erachter dat we 1 pan kwijt zijn. Als we terug gaan denken, vermoeden we dat hij al een aantal dagen kwijt is. Niet handig, maar ook niet erg, vinden wij.

Het plan is om vandaag een rondje over Banks Peninsula te rijden. Er zouden hier mooie baaien zijn. Uiteindelijk verblijven we de hele dag op de camping. Mila maakt haar werkstuk af en leest een boek, Jasper speelt de hele dag met zijn vriendje en wij rommelen wat aan. Opruimen en schoonmaken van de auto heeft nog geen zin, dat doen we morgenochtend wel. 

Onze laatste dag, we gaan de auto inleveren. Dat betekent dat we nu niet meer kunnen ontkomen aan het opruimen, inpakken en schoonmaken. Het weer is prima, dus we leggen al onze spullen op een hele grote tafel (8meter lang), en bezetten daarmee gelijk ¾ van de tafel. Vraag niet hoe we het voor elkaar krijgen, maar het past er allemaal weer in. Inclusief onze nieuwe kleding en wasmiddel ed die we ook in Australië gaan gebruiken. Jasper geeft zijn vest dat te klein wordt aan zijn vriendje, die daar nu weer een tijdje plezier van kan hebben. En na heel lang rekken, door iedereen, moeten we dan toch echt weg.
Bij Apollo moeten we een tijd wachten voordat we eindelijk de auto kunnen inleveren. Nog even melden dat er een pan gestolen is, de kilometerbelasting afrekenen en met de taxi naar Christchurch.
We zijn hier al eerder geweest, maar herkennen er niet veel meer van. Een groot deel van de stad is vernieuwd of wordt vernieuwd. En waar nog geen bestemming voor is, zijn nu parkeerplaatsen. We horen later dat er 450 gebouwen gesloopt zijn na de aardbevingen in 2010 en 2011. Voor veel gebouwen staat een muur van zeecontainers. Mocht het gebouw alsnog instorten, dan moet deze ‘muur’ voorkomen dat het afval op de weg terecht komt. Geen overbodige luxe, want er zijn 14000 aardbevingen per jaar in Nieuw-Zeeland. De hele stad voelt door al deze dingen ‘raar’ aan, een beetje onecht of unheimisch. We kunnen er niet echt een woord voor bedenken.
Op weg naar de kartonnen kathedraal komen we langs een plek met 185 witte stoelen. Dit is een monument voor de 185 mensen die overleden zijn tijdens deze aardbevingen. Er zijn gewone stoelen, kinderstoelen, rolstoelen en ook een maxicosi. Je voelt het verdriet op die plek hangen. Wat een bijzondere manier om aan het verdriet een uiting te geven. Het gaat alleen een beetje verloren tussen de wegen en de  parkeerterreinen. We zien veel toeristen voorbij lopen, en omdat wij er staan omkeren om ook te kijken.
In de buurt van de kartonnen kathedraal horen we heel mooi gezang. Er blijkt een jongenskoor te oefenen in de kerk. We worden aangesproken door een ouder echtpaar, dat vertelt hoe de kerk gebouwd is. En nee, het is niet helemaal van karton, er zijn ook zeker metaal en plasticplaten gebruikt. De pilaren en de spanten zijn van 12laags verlijmd papier, wat zo stevig is, dat het een krachtige aardbeving moet kunnen doorstaan. In Japan, waar de architect van deze kerk vandaan komt, in ieder geval wel. Daarna komt een vader van een van de koorjongens met ons praten. Hij is bere-trots op zijn zoon (zoals het hoort), en vertelt ook even terloops, dat het om een prive-school gaat, waarvan het schoolgeld NZD 18000 (E 11000) per jaar bedraagt, maar dat je een beurs kunt krijgen, en dat deze jongens 17uur per week bezig zijn met zingen. Het gezang raakt mij (Sandra) in ieder geval. En de ‘normale’ klassen zouden uit 80 leerlingen en 2 docenten bestaan. Wij vinden klassen van 32 leerlingen (en 1 docent) al veel. Maar ergens vinden we het ook wel onwaarschijnlijk dat het zo is. Het klinkt ook meer als een excuus om je kind op een prive-school te doen.
Daarna tijd voor wat luchtigers: de speeltuin! Die hadden Mila en Jasper in de taxi al ontdekt, en daar moesten we ook echt naar toe. Met moeite krijgen we ze weer mee.

Nog even langs de beschadigde kathedraal en dan is het tijd om te eten. Het plein bij de kathedraal herkennen we niet meer. Nieuwe gebouwen, bouwplaats en een ibis-hotel wat tegen de voorgevel van een historisch gebouw is aangebouwd. Wat ik al schreef, het is een rare stad geworden.
We eten in een uberhip restaurant -gezien de drukte- met een leuk concept: je kunt uit diverse kaarten kiezen, zodat iedereen dat kan eten wat hij/zij wil, en dat bestel je dan bij de diverse balies die er zijn. Bij ons niet nodig, we hebben na 2 maanden bijna dagelijks pizza, afkickverschijnselen van de pizza, dus gaan we pizza eten.
Daarna naar het hotel, douchen, tassen weer inpakken, nog even tickets naar Singapore regelen en dan alsnog veel te laat naar bed. De wekker staat op 4u30, om ons vliegtuig naar een nieuw avontuur in Australië halen.

Wist je dat:
-    Nieuw-Zeeland op dit moment van werkzaamheden aan elkaar hangt? Je hebt het ene bordje net gehad en dan kom je de volgende alweer tegen.
-    Jasper chocoladetaart een goed ontbijt vindt?
-    Hij Sandra de ‘schuld’ geeft van zijn vervelende gedrag, want zij legt hem elke te laat op bed?
-    Er heel veel zandvliegen zijn, die heel gemeen steken? Die wondjes vooral ’s nachts heel erg jeuken?
-    Mila in haar werkstuk over de Maori’s (de oorspronkelijke inwoners van Nieuw-Zeeland) heeft geschreven, dat de Maori’s in hun haka (krijgsdans) de zandvliegen van hun benen en armen afslaan?
-    Er veel minder schapen zijn dan 10 jaar geleden? Die zijn vervangen door koeien en herten. Nu zijn er klachten dat de koeien te vervuilend zijn.
-    Mila en Jasper standaard 2 tot 3jjar ouders worden geschat?
-    We ook nu weer veel bekijks hebben met onze daktent?
-    Die daktent voor ons een prima oplossing is? Het manoeuvreert een stuk makkelijker op de soms toch wel smalle weggetjes met overhangende rotsen, het rijdt een stuk zuiniger (1 op 14 ipv 1 op 6) en het huren is ook een stuk goedkoper (ongeveer een factor 3).
-    Chinezen echt heel onsmakelijk kunnen eten? Er hier heel veel Chinezen zijn? Elke keer als we nu te maken krijgen met hun eetgewoonten, we heel hard ‘familievergadering’ roepen, en we dan heel hard gaan praten.
-    We in Nieuw-Zeeland in een kleine 5 weken 4203km hebben gereden?
-    Je heel blij kunt worden van ongezouten echte boter, in plaats van de hier normale gezouten of margarine ed? Alleen jammer dat er een best wel flink prijskaartje aanhangt… (zoals bijna alles hier)
-    Ook een douche zonder timer genieten is? Op de campings heb je voor een paar dollar vaak een paar minuten warm/heet water, dus dat betekent vaak efficiënt douchen: gelijk beginnen met haren wassen etc.
-    De filmpjes in het vliegtuig over de riemen, zuurstofmaskers en nooduitgangen steeds grappiger worden? Je mist alleen de boodschap daardoor…
 

Foto’s

5 Reacties

  1. Rogier:
    14 maart 2019
    Weer heel leuk om te lezen!
    En erg mooie foto’s ook!
    Heel veel plezier in Australië, we zijn benieuwd naar de verhalen daar.
  2. Kiana en Victoria:
    14 maart 2019
    Hé Mila! Kiana en Victoria hier. Deze week hebben we de engelsrepetitie deel 2 gehad. Woensdag hadden we voor het eerst gym om 10:45. Dat was makkelijker voor meester Wouter. 's Middags kwam Pieter, een oud-leerling van juf Marina die stage komt lopen elke woensdag voor een paar weken. We hebben toen nog even aan onze weektaak gewerkt. Vervolgens gingen we met Pieter weerwolven en dat was LEGENDARISCH. Victoria was Cupido en had Kiana en Aditya gekoppeld 😂Uiteindelijk hadden de burgers gewonnen. Het is vandaag donderdag 14 maart en Victoria is over 4 dagen jarig! 🥳 (net als juf Marina) Vandaag hebben we weer Talententijd. Morgen is er staking dus dan zijn we vrij! Heel leuk verhaal en prachtige foto's! Lijkt ons zo cool om dat ook eens te doen! Super leuk dat je over een paar jaar met Elvi mee mag helpen op de boerderij, ben echt jaloers. En echt heel grappig dat Sandra en Mila van paard moesten ruilen 😂❤️groetjes uit heel de klas
  3. Wim en Liesbeth Wessels:
    14 maart 2019
    Mooie ervaringen allemaal en we reizen weer met jullie mee in - voor ons- omgekeerde richting. Mila en Jasper zijn zo te lezen echte berggeiten geworden. Toppers. Toen ik de foto's op Facebook zag dacht ik al 'jullie hebben een Abel Tasman trail gelopen". En jawel: dezelfde ervaring hadden wij toen we daar liepen. Hebben jullie daar ook de Tui gehoord die je bijna niet zichtbaar bleef volgen? Wij stonden op dezelfde camping. Hebben jullie ook de (gespleten) appelrots gezien? Wij hebben Te Anau wel gedaan, maar de prachtige Southern Scenic Route door dagenlang 'bakken water uit de hemel' nauwelijks kunnen zien. We zijn wel bij de vuurtoren geweest die in mistige regen lag. Het paardrijden was zo te lezen ook een topper. Dat zal Alysa ook leuk vinden te lezen. Een goede reis verder. We kijken weer uit naar de volgende verhalen van Down Under. Haere ra Aotearoa.
  4. Fam. Hoogwerf:
    15 maart 2019
    heeft het gezin Laloli wel door dat ze ondertussen weer op de weg naar huis zijn
    in normale omstandigheden duurt dit enkele dagen, maar bij jullie enkele maanden

    maar eenmaal thuis zullen jullie wel weer aan vakantie toe zijn
  5. Peter en Nienke:
    22 maart 2019
    Wat een mooie verhalen weer. En wat een hike toppers zijn jullie. Heel veel plezier in Australië!