Koala's en kangoeroes, wombats en wallabi's in Australie

3 april 2019 - Canberra, Australië

Dank jullie wel voor jullie leuke reacties op onze blog! Het schrijven ervan kost stiekem best veel tijd. Tijd die ik hier en daar vandaan sprokkel, want onze dagen zijn goed gevuld.

4u30 staat de wekker. Om 8uur vliegen we naar Melbourne waar nieuwe avonturen op ons wachten. Er is zowaar al een Uber wakker, die ons naar het vliegveld kan brengen. In 20min staan we op het vliegveld en nog eens 20 minuten later zijn we ingecheckt en hebben we onze bagage ingeleverd. Genoeg tijd om het laatste geld op te maken. Jasper koopt uiteindelijk een doosje Lego en Mila een klein knuffeltje. Nog een zak choco erbij en dan is het zo goed als op.
De vlucht van 4 uur is niet bijzonder, behalve dat ze aan het einde bij de piloten mogen kijken. Een piloot die zelfs Nederlands praat! Na een kort gesprekje moeten we toch echt de cockpit uit, want ze moeten zich voorbereiden op de terugvlucht over een uur. 
Voor de security in Melbourne zijn we op het ergste voorbereid, want we hebben op een heleboel vragen ‘ja’ geantwoord. In het slechtste geval moet de goed ingepakte rolkoffer leeggehaald worden. Een vriendelijke dame vraagt wat we allemaal bij ons hebben, en net als we aan onze lijst willen beginnen (waspoeder, chocoladepasta (was nog over uit Nieuw-Zeeland), schelpen, medicijnen), vraagt ze of we ook verse zuivel of vlees bij ons hebben. Nee, dat dan weer niet. We krijgen een stempel en kunnen al snel door.
Bij de balie buskaartjes regelen naar het centrum en nog even naar het toilet. Nou ja, even… Het niet al te grote toilet staat volledig vol met Chinezen in bh’s, korsetten, met tandenborstels en haarkammen. En aan de kant gaan, doen ze niet. De wc’s zijn ook erg smerig.. Zou het bordje dat het niet de bedoeling is dat je op wc’s staat maar moet zitten, voor hen bedoeld zijn?
We zitten in een hostel, net buiten Melbourne in St. Kilda. Nog geen 10minuten lopen vanaf de bushalte. Helaas is onze kamer nog niet klaar, dus proppen we onze spullen in een veel te kleine trapkast en gaan tramkaartjes en een lunch regelen. Bij terugkomst is onze kamer schoon (nou ja, schoon…), zetten we onze spullen in de kamer en gaan met de tram de stad in. Jasper krijgt een deel van de reis al niet meer mee, die is in slaap gevallen. Bij de halte waar we moeten uitstappen, is het erg druk. Vandaag is het openingsfeest van het Formule 1 seizoen. We blijven een tijdje staan kijken naar een oudere dj-dame die jaren 90 en 00-muziek aan elkaar draait. De coureurs laten nog ruim een uur op zich wachten, dus wij gaan maar de stad in. Eerst naar een kathedraal, een kaarsje branden voor opa (en de cavia’s), door de ac/dc-straat vol graffiti, naar de oude tram die een rondje om het centrum rijdt. Nog een ontbijt regelen voor morgenochtend, snacken en dan met de tram terug naar het hostel en naar bed. 

Een rustige start van de dag. We ontbijten op onze kamer (mag eigenlijk niet, maar wat niet weet…), en Jasper bouwt zijn Legohelikopter. We hebben geen zin om weer de stad in te gaan, en besluiten naar Legoland te gaan. Ook een stukje eigen belang, want terwijl zij zich vermaken, kunnen wij bedenken wat we in Australie willen gaan doen en zien. Een tram- en busrit later staan we bij een gigantisch groot winkelcentrum (ter grootte van een flink dorp), waar op de 2de verdieping Legoland gevestigd is. We kopen een pas waarmee we ook naar andere attracties kunnen, gaan op de verplichte ‘we hebben het zo naar ons zin’-foto, en dan kan de pret beginnen! Eerst een animatie over de legofabriek, waarbij ze wat opdrachten moeten doen, dan in een karretje Orcs en skeletten neerschieten, een tentoonstelling van bezienswaardigheden van Melbourne in Lego, een speeltuin en natuurlijk een grote bak Lego en wieltjes en een schuine baan waar vanaf je de auto’s kunt laten racen. Ze vermaken zich de hele middag met autootjes bouwen en wisselen dat af met filmpjes over Legohelden.
We eten nog wat in het winkelcentrum, en pakken dan de bus en tram weer terug naar het hostel.

Op tijd verlaten we het hostel, om de bus naar het vliegveld te pakken. Het is extra druk in de stad vanwege de Formule 1, en de busroute gaat langs het terrein, oftewel we kunnen vertraging verwachten. En dat klopt ook, want we doen er 1.5uur over, in plaats van een klein uurtje.
Op het vliegveld is het 1 grote bende, want de zelfincheckbalies doen het niet en daar is deze budgetmaatschappij niet op ingesteld. Er ontstaan lange rijen, die door de ene medewerker naar links worden geleid, totdat een andere medewerker aangeeft, dat we toch beter naar rechts kunnen gaan staan.. Verder is het een paar uur wachten totdat we het vliegtuig in mogen, en een uur later weer uit kunnen stappen in Adelaide. 
We bellen de camperverhuurder en 20minuten later worden we door een vriendelijke dame opgehaald en meegenomen. Een jonge enthousiaste vent vertelt ons alles wat we moeten weten over ons campertje en op ons verzoek heeft hij ook nog leuke tips voor in Australië. Australië hebben we niet zo goed voorbereid. Heel zwartwit weten we waar en wanneer we de auto weer moeten inleveren en de rest is open. 
We leggen de spullen in de auto en vertrekken. Bij de eerste drempel breken al wat glazen. Aaiiii..
In rustig tempo rijden we naar een camping in de heuvels van Adelaide. Er zouden hier koala’s zijn en met wat geluk zie je ook kangoeroes. 
Bij aankomst geven we alles een plekje in de auto, gaan we koken en eten en volgt een eerste nog onwennige nacht in onze nieuwe huisje.

De parkbeheerder komt naar ons toe, omdat er een koala in de boom vlakbij zit. Dat willen we wel zien! Als je niet weet waar je moet kijken, kijk je er zo langs. Wat zijn ze leuk.
De camping staat naast een nationaal park, en we maken een korte wandeling in het park. Morgen meer, we moeten zo weg. We gaan vanmiddag op familiebezoek in Adelaide. Sandra heeft hier verre familie wonen (de broer van oma is na de oorlog naar Australie verhuisd), en het lijkt ons leuk met ze kennis te maken. 
We worden hartelijk ontvangen en het is uiteindelijk zo gezellig, dat we ook blijven eten. Met gevulde buiken, nieuwe glazen, een boomerang en het allerbelangrijkste - de verhalen over vroeger en de familie - vertrekken we vroeg in de avond weer richting onze camping.

We boeken nog een extra nacht op deze camping. We willen nog graag wandelen in het park en naar Adelaide waar een cultuurfestival (Fringe) is. Uiteindelijk komen we de camping niet af, doen we wat schoolwerk en zwemmen Mila en Jasper 2 minuten in het ijskoude water en spelen de rest van de tijd bij het water. En terwijl we bij het zwembad liggen, komt er ook nog een kangoeroe voorbij springen. 

Het plan is om vandaag naar Gorge Wildlife park te gaan. Het is een klein dierenpark met koala’s, wallabi’s, kangoeroes, 2 kamelen, vogels en reptielen en nog wat andere dieren. We komen precies op tijd, want over een paar minuten komen de verzorgers met koala’s die je mag vasthouden. Op zich zijn we hier geen voorstander van, deze dieren horen in het wild. Deze dieren zijn in gevangenschap geboren of zijn opgevangen nadat ze gewond zijn geraakt. En ze kunnen dan niet altijd terug en voor zichzelf zorgen. Tijdens het vasthouden kun je vragen stellen aan de verzorgers. Mila grijpt haar kans en stelt de nodige vragen voor haar werkstuk. Ook de verzorgers genieten hiervan, ze kunnen hun kennis etaleren. Vaak komen de bezoekers niet verder dan hoe heet hij/zij en hoe is hij/zij.
Na het knuffelen lopen we door naar de wallabi’s en kangoeroes, die we mogen voeren. Ze zijn helaas al verzadigd, de andere toeristen hebben ze al genoeg gevoerd. Alleen de ibissen willen nog eten.
Na onze eigen lunch is het alweer koala-knuffeltijd, en aangezien we nog een kaartje over hebben, mag Mila nog een keer. Jasper is te jong, maar mag wel de koala aaien. Ook nu staan we weer een tijd te praten met de verzorgers, en alle nog ontbrekende informatie heeft ze nu ook. Nog een laatste rondje door het park en dan weer in de auto. Mila schrijft alle informatie die ze heeft verzameld op, terwijl wij richting Lake Albert rijden, waar we 1 nachtje zullen blijven. De camping staat vol met grote en nog grotere caravans, van vooral seniorenpubliek. En die senioren vinden het dan wel weer grappig dat er 2 jonge kinderen op de camping rondlopen. Aan aandacht dan ook geen gebrek. Andere bewoners zijn grote pelikanen, die dit meer gebruiken om te vissen en te broeden. 

Een ‘buurman’ op de camping vraagt of Mila en Jasper een ‘swamphen’ willen voeren. Mila wil dat wel, maar Jasper vindt dat nog een beetje eng. Uiteindelijk durft hij toch wel, en stapt alleen op de man af. De man vraagt of ze vanmiddag mee willen om de kuikens van de ‘purple swamphen’ te zoeken. Dat gaat niet, want we vertrekken zo, dus gaan ze gelijk maar op pad. De kuikens zijn goed verstopt en onvindbaar. 
Teleurgesteld stappen ze in de auto en gaan we weer verder. Via de park coorang/limestone coast gaan we naar Mount Gambier. Vanuit het vliegtuig hebben we dit deel van de kust al zien liggen en dat zag er indrukwekkend uit. Als je er langsrijdt is er niets van te zien. Het is vooral droog en dor en er staat heel veel wind, wat ervoor zorgt dat het rijden wat minder relaxt is. Ons campertje is smal en 3 meter hoog, waardoor het een windvanger is en redelijk makkelijk opzij geblazen wordt. Wel zien we een kangoeroe onder de boom liggen en wat verderop staan emoes te grazen. 
Mount Gambier is een grotere plaats (het heeft in ieder geval de bekende snacktenten), met een i-site. Gewapend met informatie over de omgeving lopen we er 45minuten weer naar buiten. Nu op zoek naar een camping! De beoogde camping is vol en ziet er niet uit! Vergelijkbaar met het Malieveld in Den Haag. Eerst nog langs de ‘sunken garden’, want dat ligt er zo goed als naast. ‘Sunken garden’ is een sinkhole, waar meneer Umpherston een mooie tuin in heeft aangelegd. Vroeger stond er zelfs water in, en kon je er met een bootje varen.
De camping wordt uiteindelijk gevonden vlakbij Blue Lake, waar we morgen naar toe willen. De camping heeft een speeltuintje, dus Mila en Jasper zien we pas bij het eten weer. 

Voordat we vertrekken vervangen we eerst al het water in de watertank en in onze flessen. Als het nodig is, kunnen we dan op campings staan, waar geen water voorhanden is, of waar je water eerst moet behandelen. Mila en Jasper spelen in tussentijd met de hond van de buren. Ze geven nog als tip om niet bij Blue Lake te gaan wandelen, want de helft van de tijd zie je het meer toch niet, maar in plaats daarvan naar Mount Schank te gaan. Mount Schank is een gedoofde vulkaan, en je kunt op de rand ervan lopen. Dat vinden Mila en Jasper wel wat!
De wandeling naar boven bestaat uit een soort steile trap van ruim 500 treden. Eenmaal boven heb je mooi uitzicht over het verder vlakke landschap en kun je in de krater kijken. Stoer stappen Jasper en Mila door en in een uurtje staan we weer bij de auto.
We rijden daarna door naar Blue Lake. Het meer is intens blauw en daardoor erg mooi. We rijden eromheen, en zien dat de wandeling niet leuk is. Er staan op veel plekken hoge hekken en bomen langs het meer, waardoor het aan het zicht onttrokken wordt. 
We rijden nog door naar Green Lake en daarna naar de supermarkt. Voor mijn gevoel doen we hier bijna elke dag boodschappen… 
Daarna gaan we naar de Grampians, een nationaal park in de buurt van Adelaide. Voor de nacht vinden we een leuke en betaalbare camping in Dunkeld aan het begin van het park.

Voordat we de Grampians ingaan, gaan we eerst naar de i-site voor informatie over het park. Een enthousiaste man geeft ons zoveel tips, dat we er wel een kleine week kunnen verblijven.
Vandaag willen we The Pinnacle wandelen. Een stevige wandeling van gemiddeld 3 uur naar een uitzichtspunt, waarbij je ook nog het nodige moet klimmen en klauteren. Het pad bestaat vooral uit rotsen. 
Met gevulde buiken en een gevulde rugzak gaan we op pad. De wandeling is heel erg mooi, en op sommige momenten best pittig. En de warmte maakt het ook niet makkelijk. Er zitten leuke stukken tussen, zoals Silence Street, wat een hele nauwe doorgang tussen hoge rotsen is, en dat voor ongeveer 50meter. Eenmaal boven kun je rondom kijken! Schitterend! Via een omweg lopen we weer omlaag. Deze omweg gaat door het bos, waardoor we niet zo in de hitte hoeven te lopen. En we komen een echidna tegen! Een echidna is feitelijk een hele grote egel. Hij (of zij) zit heel stil en ineengedoken naast het pad, en valt eigenlijk niet eens zo op.
Op weg naar de camping staan op het cricketveld vele kangoeroes, wat emoes, en de nodige toeristen die naast een kangoeroe gaan staan. Wat tot boze reacties op de achterbank leidt (‘dat mag niet!’, ‘dat is gevaarlijk’, ‘ze moeten er vanaf blijven, ze zijn wild’).
We slapen vanavond op een camping in het park. Zodra we de auto hebben neergezet, pakt Jasper de plattegrond en gaat op zoek naar de speeltuin. 1 speeltuin is een beetje klein, maar de andere ziet er heel erg mooi uit, met springkussen en speeltoestellen. En 2 jongetjes die wel met hem willen spelen.
Tegen de schemer krijgen we bezoek van emoes, kangoeroes, kaketoes, een kookaburra, gekuifde duiven en nog meer gevederde vrienden, waarvan we de naam niet weten.
Bij het eten komen de emoes zelfs zo dichtbij, dat Jasper van verbazing vergeet dat hij een tube mayonaise vastheeft en er in knijpt, zodat de halve fles op zijn vest en broek belandt…

We ontbijten weer bij de auto. Vaak zoeken we de keuken op, omdat het ’s morgens nog fris is, maar het is nu al heerlijk warm, dus blijven we bij de auto. Als Mila met brood in haar handen richting keuken loopt, wordt ze achtervolgd door de emoes. Ze schrikt hier zo van, dat ze het op een rennen zet. De emoes hebben al het brood gezien/geroken, en gaan er achteraan. Met moeite kunnen we ze wegjagen. Ze zijn blijkbaar al te vaak met brood gevoerd, en waren ze uit op een makkelijk ontbijt.
Als eerste gaan we naar de Mc Kenzie Falls. Ondanks dat we al heel veel watervallen hebben gezien, blijft het een mooi natuurverschijnsel waar we graag naar toe gaan. Eerst een flinke steile afdaling, dan nog wat springen over rotsblokken en dan hebben we perfect zicht op de waterval. Hij is circa 20meter hoog en ook net zo breed. En ondanks de droogte, heeft deze altijd water. Je kunt de wandeling vervolgen, door naar de Fish Falls te gaan, en dat wil Jasper wel. We geven nog aan, dat er echt geen vissen uit de waterval komen, maar hij zet toch door. Totdat hij halverwege aangeeft, er geen zin meer in te hebben. Voor deze keer willen we dan wel omdraaien, normaal maken we af waar we aan begonnen zijn.
Terug de auto in en naar Reed Lookout en de Balconies. Reed Lookout is een uitzichtpunt over 1 van de valleien. De Balconies is een wandeling van 1km naar een balkon, van waaruit je over een ander deel van het park uitkijkt. Allebei zeker de moeite waard!
Nog even tanken, een ijsje en dan naar Brambuk. Daar is een Aboriginal museum, waar we hopen meer over de oorspronkelijke bewoners te leren. We leren er vooral wat de Engelsen een paar honderd jaar geleden met de Aboriginals hebben gedaan (kinderen weghalen bij families, uitmoorden, niet de fijnste verhalen). Met gemengde gevoelens gaan we weer weg.
We gaan weer terug naar de camping aan het begin van het park, in Dunkeld. Jasper en Mila mogen dit keer samen voorin zitten, bij de airco en zodat goed de dieren kunnen zien. Ze hebben geluk, er steekt een kangoeroe voor ze over. Van de dame bij de receptie krijgen we een tasje met chocomelkpoeder en marshmellows en koekjes voor bij het kampvuur vanavond. 
In de keuken staat bij het eten een grote televisie aan, en zitten een paar oude mannetjes Australisch voetbal te kijken. Fanatiek dat ze zijn! En natuurlijk weten ze het allemaal beter .

We wilden op tijd vertrekken, zodat we niet in de hitte van de dag zouden wandelen, maar onze 1ste wekker werd pas om 8 uur wakker en de 2de nog wat later. Om 9u30 zitten we in de auto om naar mount Abrupt te gaan. De heuvel/berg komt redelijk abrupt uit het verder vlakke landschap omhoog.
De wandeling is ‘maar’ 3.3km omhoog, maar voor dat kleine stukje staat wel minimaal 1.5uur. Hij is ook geclassificeerd als ‘moeilijk’. We hebben wel langere en/of zwaardere wandelingen gedaan! Bovendien loop je bij deze wandeling ook nog over stukken van een landverschuiving van een paar jaar geleden. Ook indrukwekkend om te zien.
Jasper geeft bij voorbaat al aan dat het niet gaat lukken en is dan ook niet vooruit te branden, wat de tocht naar boven nog wat zwaarder maakt. En als we uit de beschutting van de bomen zijn, en Mila ziet hoe het laatste stuk eruit ziet (al zigzaggend steil omhoog), wil ze het ook opgeven. Navigatie aan om de moed erin te houden en nog geen 10minuten later staan we op de top. Je kunt vrij om je heen kijken, de andere heuvels staan een stuk verder weg. Er zijn alleen hele grote mieren, zeker 3 cm, en net zulke grote vliegen, waardoor we er niet te lang van kunnen genieten. In 1.5uur staan we weer bij de auto. Jasper is bijna rennend naar beneden gegaan, want hij was weer een vliegtuig van Planes. Bij de auto zien we de nodige mensen aankomen, die slecht voorbereid (geen water en op slippers of sneakers) en in de hitte van de dag ook deze wandeling willen gaan doen. 
We rijden door naar Hamilton, een wat grotere plaats met een grotere supermarkt, zodat de voorraad weer aangevuld kan worden. Daarna gaan we door naar Portland, omdat daar volgens het boekje walvissen te zien zijn. Volgens de dame bij de receptie is het echter buiten het seizoen, en zie je met heel veel geluk een verdwaalde walvis. Dat is nu jammer!
We eten vandaag voor het eerst in de auto, tot groot plezier van Mila en Jasper, want in de keuken ligt een dode muis. En daarvan vergaat de eetlust al snel.

Ook het ontbijten doen we in de auto. Daarna gaan we naar het uitzichtpunt voor walvissen, misschien is er toch een verdwaalde in de buurt. Na een half uur turen geven we het op en rijden we richting de Great Ocean Road. Dat is een stuk weg tussen Warrnambool (richting Adelaide) en Torquay (Melbourne), wat ontzettend mooi moet zijn. We stoppen bij Warrnambool, omdat hier de walviskraamkamer is, maar de bewoners maken al snel duidelijk dat dit niet het moment is, ondanks de informatie op het bord. 
Door naar Bay of Islands. Een kleine wandeling brengt ons naar een grote baai, waar meerdere limestone-eilanden voor de kust liggen. Wat een plaatje!
Daarna de Grotto: een boog van limestone met daaronder een poeltje. En omdat het windstil is, zie je de lucht in het poeltje weerkaatst. Zelfs Jasper is er even stil van. 
Als laatste vandaag gaan we naar de London Bridge. Dit waren 2 bogen van limestone, maar in 1994 is de boog die verbonden was met het vasteland ingestort. Dus nu heb je nog een limestone-eiland in de zee, waarbij de oceaan alweer zijn best doet, om er een boog van te maken, door onder het limestone weg te slaan. 
Moe van de indrukken en de afgelopen dagen, gaan we op zoek naar een camping. We komen op een vrijwel lege camping aan, met een leuke speeltuin. Inclusief kangoeroes die hun avondeten op de camping komen halen.
Net op tijd is Peter klaar met de electrische barbecue: de stroom is uitgevallen. De eigenaar heeft geen idee van de oorzaak. Korte tijd later zien we donkere wolken snel onze kant op komen drijven, en niet veel later slaat het weer om van zonnig en warm naar onweer en zware regen. 
Als we Mila en Jasper naar bed willen brengen, komen we er achter, dat tientallen vliegen in onze auto zijn gaan schuilen. We zijn zeker een half uur bezig zijn om er een vliegenkerkhof van te maken. Jasper vermaakt zich intussen met spelletjes, terwijl Mila ze naar ons toejaagt, zodat wij ze om zeep kunnen helpen.
Die nacht slapen Peter en Sandra niet veel. Er woedt een zware storm, en de auto wordt flink heen en weer geschud. Als hij maar blijft staan.. De regen gaat horizontaal en wordt bij het zijraampje naar binnen geblazen, waardoor het bed ook niet helemaal droog blijft. Met hazeslaapjes komen we de nacht door.

Bij het opstaan lijkt het even wat lichter te worden, maar al snel komt het al weer met bakken uit de lucht. En de wind trekt ook weer flink aan. Als we een uur verder zijn, staat de auto alweer te schudden bij flinke windstoten. We besluiten er toch maar op uit te trekken, de Great Ocean Road kun je niet gereden hebben, zonder de 12 Apostelen te hebben gezien. Dat zijn er overigens nog maar 8, de rest is al in de zee gestort. Op weg daarna toe trekt het weer open. Snel er naar toe lopen, want de volgende regenbui is alweer in aantocht. Eerlijk gezegd vonden we alles wat we gisteren hebben gezien mooier en indrukwekkender dan die van vandaag. We hebben de camera’s nog maar net opgeborgen, als het weer begint te onweren, hagelen en de wind weer flink aantrekt. Een sprintje naar de brug om te schuilen en als het wat minder hard begint te regenen rent Peter naar de auto om die voor ons op te halen.
We hebben nog even het weer kunnen checken, en de voorspelling is, dat het tot zeker halverwege de middag zo blijft. Sjips, niet het beste weer om een wandeling tussen de boomtoppen te maken. We gaan onderweg warm lunchen om weer warm te worden en in de hoop dat het weer dan opknapt. Wel knap hoe je een bord Pasta Bolognese kunt verpesten…
Zodra we in de auto zitten, begint het weer hard te regenen. Dan maar geen boomtoppen vandaag, hopelijk morgen. We rijden richting Apollo Bay, op zoek naar een camping. De 1ste ziet er niet uit. Het zegt aan de oceaan, en dat klopt, maar door de struiken die er voor staan, zie je er niets van. De 2de is peperduur, en ook de 3de rijden we uiteindelijk voorbij. Zelfs met 10% korting is het nog prijzig. We besluiten een stuk terug te rijden, naar een camping waar ook veel koala’s zitten. Op weg daarnaartoe zien we er al een paar in de boom zitten. Deze camping is gelukkig beter betaalbaar, en als bonus hebben ze ook nog koala’s op de camping. Mila ziet zelfs een possum zitten. Die hebben we in Nieuw-Zeeland genoeg gezien, maar dan wel platgereden langs de weg. Hier zijn ze juist bijzonder.
We nemen wat tijd om eindelijk aan de blog te schrijven en schoolwerk te doen. En ’s avonds besteden Peter en Sandra nog wat tijd aan het maken van een plan voor de komende weken. Ruim 6 weken Australië klinkt ruim, is ook ruim, maar Australië is ook ‘ruim’, dus we moeten geen tijd gaan weggooien door ergens te lang te blijven hangen. Zeker niet, als je net als wij in Adelaide begint en ruim 4000km moet rijden om daar het volgende vliegtuig weer te pakken. En dat is dan zonder uitstapjes naar links of rechts (alhoewel rechts lastig is, want dan zit je in de oceaan).
Met een goed gevoel na het gedane werk gaan we naar bed, in de hoop op een wat rustigere nacht.

De hele nacht waait en regent het af en aan, maar als we rond 8u30 gewekt worden door onze 1ste wekker (‘ik ben wakker, ik moet plassen’), komt er al een voorzichtig zonnetje tevoorschijn. We besluiten naar de treetops wandeling te gaan, onder voorwaarde, dat als het weer omslaat, we doorrijden. Gelukkig gebeurt dat niet, en staan we een uur later bij de ingang. Je loopt eerst een stuk over een pad door het bos (pas op voor slangen staat er op een bordje bij de bomen. Zou er aan de andere kant van het bord staan: pas op voor mensen?). We komen diverse elfenhuisjes tegen, met een letter erop. Gelukkig hebben we het blaadje met de speurtocht meegenomen, zodat we de letters kunnen omcirkelen. Na circa 10 minuten leidt er een pad de bomen in. Steeds hoger en hoger neemt dat pad ons, tot we op circa 25meter hoogte lopen. De bomen om ons heen zijn echter nog hoger, toch zeker wel 60 meter. We voelen ons heel erg nietig. Halverwege de wandeling staat een grote toren die je naar 47meter hoogte brengt. Heel dapper lopen we de wenteltrap op, en we worden beloond met een geweldig uitzicht op het bladerdak. Ze hebben hier veel bomen die ‘vervellen’. Die krijgen een nieuwe bast. Heel grappig om daar zo dichtbij te lopen. Na de toren leidt het pad ons weer verder omlaag, naar de bosgrond. We komen nog meer elfenhuisjes met letters tegen, en zelfs een elfendorpje en dan staan we al weer bij de uitgang. Nog even de letters goed opschrijven, een sticker voor de moeite krijgen en dan gaan we verder. 
In de buurt zijn nog wat watervallen, maar voor de meeste moet je minimaal een uur wandelen. Die skippen we. Er blijft er 1 over die je vanaf een platform 30meter vanaf de parkeerplaats kunt bekijken. We lopen het hele platform voorbij en zijn uiteindelijk toch 10minuten aan het wandelen om bij de waterval te komen. De waterval is niet echt bijzonder, of beter: we hebben mooiere gezien. Weer 10 minuten naar boven klauteren en de auto in. We nemen de korte route naar Apollo Bay. Deze weg is een 20km lange stuiterweg. Sandra bedenkt dat ze ergens heeft gelezen, dat er ook een 4wheeldrive-route in dit gebied is. Dat zal deze weg wel zijn dan… Gelukkig is het ook met onze ‘jukkie’ (zoals Jasper onze Jucy campertje noemt) te doen, we gaan alleen wat langzamer.
We rijden nog een lang stuk van de Great Ocean Road, en besluiten dat het mooiste stuk voor ons het eerste stuk was, met de Bay of Islands en de Grotto. We eindigen de dag op een veel te dure camping in Anglesea. De rest van de campings heeft hele slechte reviews, dus daar gaan we liever niet heen. Deze camping heeft een grote speeltuin en een verwarmd binnenzwembad. Dat betekent dus verplicht zwemmen en spelen voor Mila en Jasper! Ze liggen tijdens het schrijven van deze blog dan ook in het zwembad .

Na het snelle ontbijt moet er eerst weer gezwommen worden. Na het zien van het weerbericht voor de komende dagen (heel veel regen) is er nog even de twijfel om wat langer te blijven, maar dat betekent dan gelijk 3 dagen langer blijven, omdat het pas na het weekend weer beter weer wordt. Andere optie is vandaag een langere rijdag, zodat we voor het slechte weer bij Wilsons Promontory zijn. Tip van de caravanverhuurder, er zijn daar een paar mooie wandelingen met veel dieren. Dan zouden we donderdag en vrijdagochtend kunnen hiken, en daarna door naar Raymond Island, waar het slechte weer dan al voorbij is. Of dit hele stuk hard voorbij rijden richting Sydney. Keuze is snel gemaakt, we willen wandelen.
Netjes op tijd zijn ze uit het zwembad, de auto in waar al wat lekkers klaar staat -want ze hebben alweer honger. Onderweg nog de voorraad aanvullen voor hopelijk een week (het zal eerder 4 tot 5 dagen zijn) en dan richting de ferry. De ferry lijkt ons grappig om te doen, scheelt zeker 200km rijden (voor ons dus 3 uur), en we hebben geen zin om langs Melbourne te rijden. We haasten ons enigszins, want we willen de boot van 13uur halen, en je moet er een half uur van te voren zijn. Als de boot vol is, moet je een uur wachten, en met nog ruim 3 uur rijden na de ferry, willen we liever geen tijd verspillen. Het haasten is niet nodig geweest, want we zijn pas de 7de auto bij de ferry en na ons wordt het niet veel drukker. Naast onze auto staat weer een ford mustang, waarop Jasper zijn ford mustang uit zijn autozak tevoorschijn tovert en naar de eigenaars toeloopt om te laten zien. Een minuut later zit hij achter het stuur van de mustang naast ons… Hij heeft het weer eens voor elkaar gekregen! De eigenaar heeft ook nog eens een hulphond, maar als Mila en Jasper vragen of ze hem mogen aaien gaat gelijk het tuigje af.
We parkeren de auto op de boot en gaan in het restaurant zitten. Jasper met zijn auto’s, Mila met haar werkstuk. We krijgen gezelschap van zeker 20 dolfijnen die met ons meezwemmen en springen. Dat verveelt nooit!
Na 40 minuten zijn we aan de overkant in Sorrento en vervolgen onze weg. Voor 10minuten, want dan ziet Sandra een grote speeltuin. Speel- en eetpauze, en dan toch maar beginnen aan die 3 uur.
We overnachten op een camping vlakbij het Wilsons Promontory National Park. Met een speeltuin waar Mila en Jasper gelijk in gaan spelen.

Op advies van de dame achter de receptie gaan we vandaag naar de top van Mount Bishop wandelen. Een mooie en eenvoudige wandeling, van iets meer dan 7 kilometer (return) en ongeveer 2.5uur. Vrijwel de hele wandeling loop je beschut in het bos, fijn als het weer een warme dag is. Na een paar honderd meter staat een bord, dat er 10 jaar geleden een bosbrand is geweest, en dat het landschap daardoor veranderd is. Een bosbrand maakt ruimte voor nieuwe planten/struiken/bomen. De volgende kilometer wijst Jasper bij elke boom langs het pad aan, of hij de brand wel, niet of deels heeft overleefd…
Na 2 uur staan we boven en hebben we een schitterend uitzicht op de oceaan, een paar eilanden en de groene heuvels om ons heen. We raken in gesprek met een paar Australiërs, die fanatiek wandelaars zijn. Een uur later besluit Jasper dat we nu toch echt wel lang genoeg gepraat hebben, en trekt Sandra alvast mee. Al vliegtuigje spelend gaat hij in hoog tempo omlaag. Peter en Mila moeten bijna rennen om Jasper en Sandra weer in te halen. In een uurtje zijn we weer terug bij de auto en gaan we richting camping. Er wacht nog een flinke was op ons. Na een paar minuten zien we een wombat langs de weg. Auto aan de kant en er voorzichtig op af. Het diertje maakt zich niet druk, blijft rustig door eten, en komt zo heel dicht bij ons. Ondanks het hoge aaibaarheidsgehalte blijven op gepaste afstand, de klauwen zien er gevaarlijk genoeg uit!
Op de camping hebben we een paar chaotische uurtjes. De was duurt heel erg lang (en is nog steeds niet echt schoon), en intussen moeten we ook koken en eten, want we willen weer terug naar Wilsons voor een avondwandeling. Later dan gepland rijden we weer terug naar Wilsons voor de wildlife walk. Op het parkeerterrein staan al 2 emoes te grazen. Sinds de ervaring op Halls Gap is Mila op haar hoede, maar ze besteden geen aandacht aan haar. De wandeling is slechts een uurtje, en we zien diverse wallabi’s en wombats. 1tje zit zelfs voor ons op het pad te graven. Daar zijn dus die scherpe nagels voor!
In het donker rijden we rustig terug. Het park is nu van de dieren, en ze staan naast de weg en steken voor de auto over. Veel te laat, en een mooie ervaring rijker, gaan we lekker slapen.

We hebben een stevig ontbijt en na het chaotische avondeten van gisteren is dat ook wel nodig. We stoppen de ‘schone’ kleren (ook hier denken ze dat je kleren wast door ze 30min in koud water wat rondjes te laten draaien) weer in de tassen, plukken de kinderen uit de speeltuin en gaan voor de laatste keer naar het Nationale Park. Dit keer naar Squeaky Beach, en dat heet zo omdat het zand een ‘squeak squeak’-geluid maakt, als je er op loopt. Mila en Jasper spelen een tijd op het strand, terwijl Peter en Sandra plannen maken voor de komende dagen. Na 2 uur wordt de lucht bewolkt en vertrekken we. Er is voor laat in de middag, vanavond en vannacht storm en heel veel regen voorspeld, en dan willen we liever niet rijden met onze windvanger. De regen is er helaas al wat eerder, en op sommige stukken hebben we bijna geen zicht en blijkt de camper ook niet helemaal waterdicht. Gelukkig is het de rest van de avond en een groot deel van de nacht droog en ook de harde wind blijft weg. 

In de ochtend regent het nog, maar tegen de middag klaart het op. We gooien de plannen om (hoera, geen schoolwerk!) en gaan nu al naar Raymond Island. Met een ferry varen we in 2 minuten naar de overkant. Daar is een koala-wandeling, waarop je, als je maar goed genoeg kijkt, genoeg koala’s kunt zien. Anderen hadden al aangegeven, dat je bij de eerste boom al koala’s gaat zien. We hebben zeker niet goed genoeg gekeken bij die eerste bomen, want het duurde even voordat we ze zagen. Een stukje verder zien we dan toch eindelijk een koala in de boom zitten. Wakker! En aan het eten. Zo hebben we ze nog niet zo vaak gezien. Een andere gaat zelfs aan de wandel door de boom, op zoek naar lekkerdere blaadjes. Uiteindelijk zien we er zoveel, dat we maar stoppen met tellen.
In een tuin zien we nog 4 grote kangoeroes heel stil staan, zo stil, dat het wel standbeelden lijken. Totdat er 1 zijn oren beweegt. 
Net voordat we weer bij de ferry zijn, begint het weer te regenen. Nog snel even pizza’s inslaan voor de lunch en terug naar de camping. Na het eten is het dan toch wel tijd voor schoolwerk.

Douchen, ontbijten, nog even de speeltuin in zodat de nodige energie er weer uit is, en dan rijden. We willen naar Canberra, een kleine 500km verder. Met onze auto toch al snel een rit van minimaal 6 uur, en aangezien we door de heuvels en ‘bergen’ gaan rijden, kunnen we er nog wel minimaal 1 uur bij optellen. Natuurlijk hebben we ook een plan b en c, voor als het toch te ver is. De eerste paar uur zijn heuvelachtig: heuvel op rijden we gemiddeld 70km/u, heuvelaf 100km/u. Ruim 2 uur later zijn we 150km opgeschoten en is het tijd voor een tankpauze, eetpauze en aangezien er een speeltuin is, ook een speelpauze. De plannen worden nog maar eens besproken, de campings worden nog maar eens bekeken, en we besluiten morgen tot Canberra te rijden en vandaag tot Bombala of Cooma. Bombala willen we sowieso naar toe, want daar kun je (met wat geluk) een platypus (vogelbekdier) zien. 
Na een stuk rijden zien we een naambordje: Mila 10. Omkeren en foto maken! De weg naar het dorpje Mila is een gravelweg, en die rijden we liever niet. Totdat Peter een paar kilometer verderop nog een bordje ziet, met Mila 9. En een asfaltweg. We slaan de weg in, maar als snel wordt het alsnog gravel en nog verderop met diepe kuilen. 9Km verderop zien we geen bordje met Mila. Nog maar stuk doorrijden dan. Maar hoe ver we ook doorrijden, geen bordje Mila. Intussen rijden we stapvoets op een asfaltweg, omdat er koeien van het ene weiland naar het andere weiland gebracht moeten worden. En dat weiland ligt een paar kilometer verderop. Peter vraagt het nog even aan de man, die de groep koeien moet begeleiden, en hij stuurt ons weer terug. Dat gaat na 20km stuiteren net iets te ver, dus we gaan maar verder. Nog een korte stop voor een echidna en dan door naar het Platypus Reserve. Na een klein half uurtje over het water turen, geven we het op. Jasper en Mila zitten allang weer in de auto, voor hen duurde het te lang. Misschien zijn we te vroeg, misschien is het te koud en/of te winderig, we hebben ze in ieder geval nog niet gezien. Hopelijk bij de camping meer geluk, want daar kunnen ze ook zitten. De camping is een grasveld met wat stroompalen, aan een rivier, met de nodige faciliteiten. Prima voor 1 nacht.

We beginnen de dag met een ochtendwandeling. Je hebt de grootste kans om vogelbekdieren rondom zonsopgang en zonondergang te zien. Naast de camping ligt een wandelpad van circa 2.5km langs een rivier, waar ze ook zouden kunnen zitten. We turen en turen naar het water, en dan, na een paar honderd meter zien we opeens belletjes in het water verschijnen. En even later een kop die boven komt en gelijk weer onder duikt. We volgen de belletjes en even later komt hij (of zij) weer even boven kijken. We volgen nog een tijdje de belletjes, en dan zijn we hem kwijt. We lopen snel naar de overkant, maar er is al niets meer te zien. De rest van de wandeling zien we helaas geen vogelbekdieren meer. Later horen we, dat ze met uitsterven bedreigd worden. Plastic en ander gif in het water en te lage of te hoge waterstand maken het dit bijzondere beest erg lastig.
Daarna een ontbijten, opruimen, nog even spelen met de hond van de buren en praten met een dame met beenprothese die er de tijd voor neemt om haar levensverhaal te vertellen en dan gaan we verder. We gaan naar Canberra, de hoofdstad van Australië. ‘Maar’ 3 uurtjes rijden, dus goed te doen.
Tegen 2 uur staan we op de parkeerplaats van het Nationaal museum van Australië. Ze hebben hier een tentoonstelling over de Aboriginals, waar Peter en Sandra graag naar toe willen. Jasper en Mila niet, die willen naar Questacon, een soort Nemo/kindermuseum. Die staat voor morgen gepland, dan hebben we een hele dag, want 3 uur is vast niet voldoende voor een dergelijk museum. Uiteindelijk vermaken zij zich ook nog wel in het museum. Er wordt verteld welke dieren de Europeanen allemaal meenamen, en dat veel daarvan een plaag werden en wat ze daar dan weer tegen deden, ze laten uitgestorven dieren zien, er is een stuk over bosbranden en ook over Aboriginalvoorwerpen. Het leukste is toch wel Kspace, waar je op een scherm je eigen robot mag samenstellen en waarmee je dan later gaat tijdreizen en opdrachten moet doen. Papa’s en mama’s kunnen ook meedoen. Jasper mag de eerste tijdreis kiezen, en hij kiest voor de prehistorie. We moeten de dino-eieren van een pterodactylus zien te redden. En ieder van ons bedient een deel van de robot. Het duurt even voordat we het samenwerken doorhebben, en Peter, Mila en Jasper zijn bloedfanatiek. Uiteindelijk zijn we eerste geworden (je speelt tegen andere teams). Daarna hebben we nog tijd om nog een andere tijdreis te doen, en Mila kiest de Harbour Bridge, waarbij we aan de brug moeten werken. Het samenwerken gaat nu een stuk beter, en ook hier zijn we eerste. Er is geen tijd meer voor nog een ronde, het museum gaat sluiten, anders hadden ze vast nog een 3de, 4de en 5de ronde gedaan.
De camping is een showfield, zoals ze dat hier noemen. Een open terrein, wat voor allerlei festiviteiten gebruikt kan worden, met een toilettenblok. Net buiten het centrum, en ok voor 1 of 2 nachten.

Wist je dat:
- het autorijden aan de ‘verkeerde’ kant van de weg, al goed gewend is? Maar dat we er even over na moesten denken dat de trams dan ook aan de ‘verkeerde’ kant stoppen?
- we veel vragen krijgen waar we vandaan komen?
- als Peter boven in de auto gaat slapen, dat een kunstje vouwen voor gevorderden is? Het is boven niet zo ruim (50cm hoog en 120cm breed), en of Mila of Jasper er nu slaapt, zij/hij ligt breeduit…
- Sandra niet meer boven gaat slapen, omdat ze dat te krap vindt?
- ze het 1 nacht geprobeerd heeft, maar al vroeg in de nacht naar beneden gegaan is, om tussen Jasper en Mila te gaan liggen?
- we verplicht rustig aan doen, omdat de auto niet zo hard rijdt? Dat betekent dat we gemiddeld 80km/uur rijden
- we daarmee wel een echt vakantiegevoel krijgen? (tja, je moet er wat van maken)
- de auto daarmee bijna 1 op 8 rijdt (ipv 1 op 6 toen we wel met het verkeer mee probeerden te rijden)
- we ingehaald worden door vrachtwagens?
- Jasper ons campertje ‘jukkie’ noemt? (verhuurbedrijf heet Jucy)
- Jasper intussen alles ‘leest’ wat los en vast zit?
- en zichzelf ook maar heeft leren schrijven?
- Chinezen hier ook weer in overvloed aanwezig zijn, en zij rijden en lopen midden op de weg en bij het rijden letten ze overal op, behalve op de weg?
- we overal waarschuwingen voor slangen lezen? Bbrrrr… al krijgen we vaak te horen dat het nu te koud is (met ca 28gr) (en toch hebben er al de nodige (dode) gezien)
- het nog steeds niet echt ‘relaxt’ is, met onze kleine Freek Vonk…
- Jasper en Mila het heerlijk vinden om met pasta van gisteravond te ontbijten?
- Mila veel complimenten krijgt voor haar Engels? Ze praat ook best veel Engels, alleen moeten wij niet in de buurt zijn, want dan wil ze geen Engels praten..
-  Australië goedkoper is dan Nieuw-Zeeland?
- vragen en verhalen die we tijdens wandelingen krijgen zo al zijn: wat is je schouderblad? Wat doet het? Kun je ook zonder? Hoe werkt licht/geluid/zwaartekracht? Als je 3 dingen zou mogen veranderen aan jezelf/huis/leven/reis, wat zou dat dan zijn? Is het overal tegelijk volle maan? Waarom heeft 1 dunne benen en een ander dikke? Wat is diabetes? Jasper een kooi voor zijn papegaaien gaat bouwen en daarmee van noord naar zuid Australië gaat lopen? Of Nieuw-Zeeland… 
- we ondertussen de regels van Australian Football al aardig kennen, iedere donderdag-zaterdag zitten op de campings fanatieke supporters TV te kijken die met plezier hun Footsy uitleggen.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

3 Reacties

  1. Rogier:
    3 april 2019
    Zo te lezen en zien zijn er meer (en grotere) dieren dan in Nieuw Zeeland, leuk!
    Hopelijk hebben jullie de sandflies in Nieuw Zeeland achtergelaten?!
    Heel veel plezier nog in Australië!
  2. Angelica:
    4 april 2019
    Wauw! Wat ziet het er allemaal prachtig uit! En zoveel wildlife. (Nog geen grote spinnen gezien?) Ik geloof dat Australië toch ook maar op mijn wishlist komt. Geniet ervan.
    En de groetjes van Fabiënne voor Mila en Jasper.
  3. Jean-Louis:
    9 april 2019
    Wat een geweldige foto's en verhalen. Jullie doe echt heeeeel veel een daarom zien jullie ook veel. Gaaf om te lezen dat jullie in de cockpit mochten kijken. Gebeurt de laatste tijd niet of nauwelijks niet meer. Door deze blog reizen we een beetje met jullie mee.