2 wandelkanjers, dolfijnen en geisers met rotte eierengeur

20 februari 2019 - Kai Iwi, Nieuw-Zeeland

Kia Ora 

De vlucht naar Nieuw-Zeeland verloopt soepel. Als het vliegtuig eenmaal de juiste papieren heeft, zitten we zo in de lucht. Het is intussen 1uur in de nacht, maar er wordt toch nog een warme maaltijd geserveerd. Bleh… Jasper valt redelijk snel in slaap, Mila kijkt nog even filmpje en valt dan ook in slaap. Rond het ontbijt (2 uur ’s nachts Nieuw-Zeelandse tijd) zijn ze weer wakker, kijken ze nog een filmpje en dan is het alweer tijd om te landen. We nemen de tijd, de vorige keer dat we hier waren hebben we ruim een uur voor de immigratie gestaan. Nu staat er echter geen rij, en hebben we zo de benodigde stempels in ons paspoort staan. Dan nog door de bagagecontrole. Ze zijn hier heel erg streng op het eten en drinken en organische spullen die je meeneemt, maar op de honing na mogen we alles meenemen (hoera!!!! Want Peter heeft voor Mila chocoladepaste meegenomen en voor Jasper en Sandra vlokken).  
Om 7uur staan we bij ons verblijf voor de komende 3 nachten. Dat is even slikken, want op booking.com (site waarop je hotels etc kunt boeken) zag het er anders uit. Het is eigenlijk een hostel, waarbij je de badkamer en toilet deelt. Even slikken, de verwachting was anders. Mila en Sandra lopen naar de supermarkt een paar minuten verderop, om ontbijt en avondeten te regelen. Want hier kunnen we dan weer wel koken. 
Rond het middaguur pakken we de bus richting het centrum van Auckland. We willen vandaag naar de Skytower, een ruim 200meter hoge toren met mooi uitzicht over de stad. Via de haven, waar de nodige luxueuze jachten liggen, komen we bij de Skytower. 
Het eerste wat Jasper en Mila zeggen, als ze boven zijn is ‘wow’! En dat ook wel het juiste woord ervoor. In de vloer zijn glasplaten verwerkt, zodat je naar beneden kunt kijken. Deze worden vakkundig vermeden door Mila en Jasper, ze lopen er omheen. 
Na een uur hebben we alles meerdere keren gezien, hebben we naar wat ‘gekken’ gekeken die ervan afspringen, en een paar mensen die op 200meter hoogte een rondje aan de buitenzijde van de skytower lopen. Tijd om terug naar ‘huis’ te gaan, te koken en eten en naar bed te gaan. Tegen 18uur liggen Mila en Jasper te slapen. Peter ligt 2 uur later ook te slapen (hij heeft een jetlag van 12uur, aangezien hij uit Nederland via Buenos Aires gekomen is) en Sandra ligt uiteindelijk ook rond 21 uur. 

Vandaag hebben we allemaal een dagje ‘off’. Het wil niet zo. Moe, jetlag, nog vol van indrukken van de vorige landen… Het enige wat we doen is wat boodschappen, filmpje kijken en spelletjes spelen en wederom op tijd naar bed. 

Vandaag gaan we naar de Auckland Zoo. Niet omdat hij zo bijzonder is, maar om nog even wat leuks te doen voordat we morgen de camper ophalen. Er worden vooral veel foto’s gemaakt: Mila heeft voor de reis een camera gekocht, en Sandra heeft van Gerda een nieuwe voor haar verjaardag gekregen (dankjewel Gerda! Ben er heel erg blij mee!). Jasper heeft Sandra’s oude camera gekregen, en maakt ook de nodige foto’s. Wat ons vooral opvalt in deze dierentuin, is dat ze er van elk dier maar 1 hebben: 1 krokodil, 1 tijger, 1 … Wat bij Mila en Jasper de ‘dat is zielig!’-reactie ontlokt. En dat er ontzettend veel Chinezen zijn! Of bijna alleen maar. Over 20jaar is hier Chinees de voertaal. 
Weer terug is het inpakken (morgen halen we de camper op) koken en op tijd naar bed.  

Na het ontbijt pakken we de laatste spullen in en bestellen een Uber. Die brengt ons naar Apollo, waar we de camper gehuurd hebben. Alleen zijn ze vergeten op hun schrijven het adres aan te passen. Ze zitten sinds half december een stuk(je) terug. Daar moeten we eerst een tijd wachten totdat we aan de beurt zijn. Peter en Sandra hadden al wel afgesproken, dat we niet nog eens 4weken in een te kleine auto gaan reizen en slapen, dus als het niet bevalt, we dan maar meer geld neertellen voor een grotere. Gelukkig is het niet nodig. Het is een Mercedes Vito-busje met daktent, goed afgewerkt, met voldoende bergruimte voor onze tassen. Jasper en Mila hebben alle ruimte en hoeven niet met een tas voor hun voeten te zitten (zoals in Amerika). Nog een veel te dure verzekering (maar dan krijgen we van de vriendelijke dame wel het zitje voor Jasper en de campingset er gratis bij) afsluiten (in Nieuw-Zeeland zou slechts 40% een auto-verzekering hebben, dus als er iets gebeurt, moet je heel veel moeite gaan doen om je geld terug te krijgen), auto inpakken en op pad. 
Eerst richting het noorden van het Noordereiland, voor de dolfijnen en Kauribomen. Onderweg nog een stop om de koelkast en laatjes te vullen met eten en drinken voor de komende dagen en vooral een lunch voor nu.  
In Paihai willen we naar een Kiwi camping, maar op weg daar naar toe komen we langs een andere kleinere camping, vlakbij het centrum, tegenover een supermarkt (waar we uiteindelijk geen gebruik van hoeven te maken) en met een vriendelijke dame die wel een dolfijnentour voor ons voor de volgende dag kan regelen. Van de campingprijs schrikken we een beetje, maar we hebben ook geen zin om verder te kijken. Peter zet de tent op (dit keer is het slechts 4 clipjes los maken en dan zet de tent zichzelf al op) en maakt een bed in de auto, Sandra kookt en Mila en Jasper maken het de eenden moeilijk.  

De boot vertrekt om 9uur, dus dat betekent op tijd op, ontbijten en wandelen naar de haven.Volgens de dame bij de receptie een wandeling van 15 minuten. We weten niet hoe zij wandelt, maar zelfs op hoog (volwassen-)tempo is het toch echt minimaal 25 minuten. Net op tijd zijn we bij de balie om de tickets nog te betalen. Betalen en snel naar de kleine boot… Totdat Sandra vraagt waar die grote boot naar toe gaat. ‘Dat is de dolfijnentocht’, antwoord de dame. Huh? Welke tickets hebben wij dan nu? Een trip langs diverse eilanden om dieren (vogels) te zien en een stop bij 1 van de eilanden. Je kunt dolfijnen tegenkomen, maar ze gaan er zeker niet naar op zoek. Dat was niet de bedoeling en eigenlijk zelfs een teleurstelling! We komen hier voor de dolfijnen. De dame is zo vriendelijk om nog bij de andere toch te kijken, en daar is net een annulering van 4 personen binnen gekomen. Snel nieuwe tickets, bedrag is hetzelfde en naar de boot. De boot zit vol mensen die van het cruiseschip afkomen dat gisteren in de baai heeft aangelegd. En die er een sport van hebben gemaakt om binnen hun tassen op stoelen neer te leggen en dan buiten te gaan zitten… Na wat zoeken hebben we 4 stoelen en Mila vind uiteindelijk ook nog 2 stoelen buiten.  
Eerst gaat de boot nog naar Russell voor de laatste passagiers (waar moeten die dan zitten?) en dan richting dolfijnen. Vandaag hebben we geluk, want net buiten de baai zwemmen ze al! Een grote groep, met kleintjes. Daarom mochten we ook niet met ze zwemmen, dat is niet verantwoord met de kleintjes erbij. De dolfijnen spelen rond de boot, springen uit het water, en duiken onder de boot door. Zelfs Jasper die er normaal al snel genoeg van heeft, blijft een hele tijd buiten staan om het te kunnen zien. Jammer alleen dat de meeste grijsaards op de boot geen rekening houden met kinderen en ze ook geen ruimte gunnen om vooraan te kunnen staan. 
Na lange tijd bij de dolfijnen te hebben gekeken gaan we door naar Hole in the Rock, een grote rots, net in de oceaan, met een gat ‘hole’ erin. Dat gat is uitgesleten door het water wat er al jaren doorheen spoelt. En op sommige dagen klotst en op stormachtige dagen bonkt. We zitten intussen op de oceaan en de kapitein blijft net iets te lang hier dobberen en rondjes varen. Mila wordt helaas misselijk. Ze krijgt van wat vriendelijke mensen een reistabletje aangereikt, maar met wat acupressuur kan Sandra de ergste misselijkheid wegnemen. En de laatste misselijkheid gaat weg als de kapitein weer richting de baai vaart. Eerst nog langs een eiland met vogels en precies 1 zeeleeuw. Mila en Jasper komen even kijken, maar vinden het niet eens interessant. Ze hebben veel meer vogels en vooral zeeleeuwen in Paracas, Ushuaia en ook San Francisco gezien .  
In Russell gaan we van de boot af. We kopen broodjes en wat beleg bij de supermarkt, maken een lunch. Russell is een rustig dorpje, in tegenstelling tot vroeger. Toen de zeeleeuwen- en walvisjagers hier nog woonden was er regelmatig oproer. Na de lunch wandelen we een stukje en komen uiteindelijk op Long Beach aan de andere kant van het schiereiland. Mila en Jasper spelen een tijdje in het zand en trotseren uiteindelijk de kou en gaan zwemmen in de oceaan.  
We nemen de kleine watertaxi terug naar Paihia, en lopen rustig terug naar de camping.  
Als we voor het slapen gaan aan Mila en Jasper vragen wat ze vandaag het leukste vonden, zijn de antwoorden ‘de dolfijnen’ en ‘spelen op het strand’,  

We gaan een stukje rijden richting Waipoua forest. Daar zijn Kauribomen, die de Maori’s gebruikten om onder andere hun oorlogskano’s (warcanoe) van te bouwen. De bomen hebben het zwaar omdat ze bedreigd worden door een schimmel die ervoor zorgt dat ze langzaam dood gaan. 
Eerst rijden we naar Waitangi Treaty grounds. Hier hebben de Maori’s en Engelsen samen een verdrag ondertekend, wat het ontstaan van Nieuw-Zeeland heeft betekend. Nadat ze het elkaar eerst een aantal jaren flink zwaar hebben gemaakt. Mila schrijft een werkstuk over de Maori’s en ze hoopt hier meer informatie te krijgen. We kunnen mee met de rondleiding van 10 uur, die helaas wordt gegeven door een weinig geinspireerde Maori-dame. Ze murmelt en praat zo zacht en zonder intonatie, dat we al snel stoppen met luisteren. We vinden wel een andere plek om informatie te vergaren. Overigens was de entreeprijs nu $ 100 (ca E 60) en 10 jaar geleden gratis.. Ok, dan staat er nu wel een museum bij. Aan het einde van de rondleiding stelt Mila nog een aantal vragen, waarop ze vervolgens wel enthousiast geantwoord wordt. Mogen we de tour met dit enthousiasme nog een keer over doen? Aan het einde van de tour gaan we naar de Marae, het ontmoetingshuis van de Maori’s. Daar krijgen we een haka, een krijgsdans, te zien. Met luid zingen, uitgestoken tongen, het opzetten van grote ogen, het zwaaien met houten speren, en slaan op benen, borst en onderarmen. Jasper kruipt steeds verder bij Peter op schoot. Aan het einde wil hij ook zo snel mogelijk hier weg en zeker niet op de foto met de Maori-dames en -heren. Mila wel en stelt nog een aantal aanvullende vragen nav de opvoering net.  
Daarna in de auto om naar de ‘overkant’ van het noordereiland te rijden. We stoppen bij Waipoua forest, waar we een kleine wandeling doen naar de grootste Kauri-boom Tane Mahuta. Daarna wandelen we nog naar de 4 gezusters (4 bomen aan elkaar) en de op 1 na grootste boom Te Matua Ngahere. 
Vanavond staan we op een kleine en veel goedkopere camping, met slechts 1 andere auto en 1 tent. En in de achtertuin een Kauri-bos met wandeling. Jasper voert tijdens het koken en het nachtklaar maken van de auto de ene na de andere haka op. Met ook het nodige kabaal en geschreeuw.. 
Als de kleintjes op bed liggen, kletsen Peter en Sandra nog een tijdje met 2 Canadezen die al flink wat stukken van de wereld hebben gezien en nu in 4 maanden van het uiterste noorden naar het uiterste zuiden hopen te fietsen. Petje af voor ze! 

We hebben een klopgeest in de tent! Eentje die al heel vroeg wakker is, om 6u30. Jasper moet plassen en klopt op het metalen frame van de daktent om ons wakker te maken. Dat lukt goed, we zitten gelijk rechtop. Ondanks de vroege start, zijn we pas laat klaar voor vertrek. Rond 9u30 hebben we ontbeten en is de auto ingepakt. De camping is bij een kauri-bos, en heeft een wandeling van circa 1 uurtje. Een ontspannen manier om de ochtend te beginnen. Er staan in dit bos veel meer kauri-bomen dan in het bekende Kauri-bos, ze zijn alleen iets minder groot. Maar nog steeds indrukwekkend genoeg. Onderweg staan bordjes met namen van planten, bomen, en struiken, en Jasper leest al deze bordjes voor. Verder staat er nog 1 halve boom die je kunt openen, en achter een glasplaat kun je een weta zien zitten. Een weta is een groot insect met nog langere poten en sprieten. De grootte van een flinke mannenhand, brrrr.  
Na de wandeling gaan we in de auto naar Coromandel. Een schiereiland, bekend van het hete water aan het strand en wat ontzettend mooi moet zijn. Een rit van circa 5 uur. Terwijl Peter rijdt, zoekt Sandra alvast naar een leuke en betaalbare camping. Maar die zijn erg moeilijk te vinden. Zo moeilijk, dat we de plannen maar omgooien en gelijk richting Rotorua rijden. En zo is Coromandel, van wel naar toe, naar niet, naar wel naar definitief niet gegaan. In Rotorua vinden we een kleine en betaalbare camping aan het meer, met een leuke speeltuin en een zwembad(je). Prima voor in ieder geval 2 nachten. 

Rotorua is onder andere bekend van de Maori’s die hier wonen. Daarom gaan we vandaag naar Whakarewarewa village, een toeristisch dorpje, waar je wordt rondgeleid door de Maori’s die daar wonen. In hun ‘wijkje’ zijn ook de nodige geisers en heetwaterbronnen, waar zij gebruik van maken voor het koken en badderen. 10 jaar geleden was het nog 1 met de naastgelegen trekpleister Te Puia, maar nu moet je kiezen waar je naar toe gaat. Voor ons is de keuze makkelijk gemaakt: we willen authentiek en daarnaast scheelt het ook nog eens $100. 
We worden ontvangen door een leuke gids die ons met de nodige grapjes de naam van zijn dorpje laat uitspreken. De officiële naam is nog langer dan het bovenstaande en onuitspreekbaar . Hij leidt ons rond in zijn dorp, vertelt over hun kookgebruiken (door het hete water heb je hier heel snel een warme maaltijd klaar, en een net geslachte kip hang je een paar seconden in het hete water en je kunt de veren zo plukken) en ook over Te Puia. Dat stuk grond wordt door de overheid gehuurd van de Maori’s voor $30000 per maand. Het zou zijn om meer bekendheid aan de Maori’s en hun gebruiken te geven (huh, dat doen ze toch zelf al door mensen hier rond te leiden?). Wij verdenken de overheid ervan een graantje van de toeristen mee te willen pikken. Hoe dan ook, de bewoners van Whakarewarewa hebben geen klagen, hun bankrekening heeft een saldo van ruim $ 18 miljoen. Ze gebruiken het geld om wie het nodig heeft in het dorp te steunen, bijvoorbeeld als er iemand wil studeren of als er een rollator nodig is. En de medewerkers van Te Puia wonen ook gewoon in Whakarewarewa, dus met hun salaris spekken ze de bankrekening nog eens extra…  
Mila heeft haar vragenlijstje meegenomen, en stelt aan het einde nog haar vragen aan de gids. Hij vindt het zo leuk, dat hij zeer uitgebreid antwoord geeft.  
Ook hier voeren ze een haka op. Onder luid protest gaat Jasper uiteindelijk mee. De vorige heeft zoveel indruk gemaakt dat hij eigenlijk niet meer durft. We worden opgewacht door 2 dames, waardoor Jasper gelijk achter de benen van Peter weg duikt. We kunnen hem overreden mee toch mee naar binnen te gaan en op Sandra’s schoot kijkt hij naar het optreden. Dit optreden is wat vriendelijker, en minder angstaanjagend dan die in Waitangi, waardoor Jasper (en Mila natuurlijk ook) meedoen met het optreden. 
Daarna lopen we nog een paar rondjes door het dorpje, en via de supermarkt gaan we richting de camping.  

We blijven nog een extra nachtje op de camping, waardoor we vandaag tijd hebben om met de gondel naar boven te gaan en met de rodelbaan naar beneden. Volgens Nieuw-Zeelanders die we in Peru hebben ontmoet, is dit een echte must, zeker voor de kinderen. Mila twijfelt of ze dit wel durft, en uiteindelijk besluit ze het gewoon te doen! 
De gondel naar boven is leuk, maar eerlijk gezegd stelt het niet zoveel voor. Het is zaterdag waardoor het ook nog eens erg druk is. We zoeken een passende helm uit voor het rodelen en gaan in de rij voor instructie staan. Als we eenmaal aan de beurt zijn, stapt Jasper bij Peter in het karretje (na het zandhappen bij het sandboarden wil Jasper niet meer met Sandra), Mila in 1 en Sandra in 1, krijgen we een korte instructie over hoe te remmen en rijden en daar gaan we! Mila eerst heel rustig, maar ze krijgt er al snel lol en vertrouwen in. De mannen gaan ons al snel voorbij. Voor Jasper kan het niet hard genoeg gaan, die blijft duwen tegen het stuur (harder), waar Peter de snelheid nog enigszins binnen de perken probeert te houden en het stuur naar zich toe trekt (remmen). We stoppen even bij de dinobeelden, waar Jasper natuurlijk mee op de foto wil. Daarna verder omlaag en met de kabelbaan weer omhoog. We mogen nog een keer, en nu nemen we de route voor gevorderden. Die gaat soms wat steiler, maar vinden wij minder leuk, en is ook minder lang. We hebben nog 1 kaartje voor 2 karretjes, en Mila, Jasper en Peter gaan nog 1x de toeristische route nemen, langs de dino’s. Eenmaal boven een heel groot ijsje voor de coureurs en daarna nog een kleine boswandeling. 
We zijn weer op tijd op de camping, waar Jasper met een buurjongetje gaat spelen (taal is geen probleem, wijzen naar de speeltuin is al voldoende) en Mila onder luid protest schoolwerk gaat doen.   
Aan het einde van de middag komen Rogier, Angelica en Fabienne langs. Rogier is een oud-collega van Sandra en is met vrouw en dochter 6 weken in Nieuw-Zeeland. Jasper wacht ze al op bij de slagboom van de camping. Jasper neemt Fabienne al snel mee naar de speeltuin, en die zien we een tijdje niet meer. Mila sluit later aan, en treedt op als grote zus voor beide. Het is zo gezellig, dat ze ook blijven eten. Dan wordt het toch echt bedtijd voor Jasper en eigenlijk ook wel voor Mila. Over een paar dagen willen we met ze de Tongariro Crossing lopen, een wandeling van 19,4km over een bergkam, met flink stijgen en dus ook dalen. Verdrietig dat zijn vriendinnetje weg gaat, gaat Jasper naar bed. We gaan ze nog een keer opzoeken in Nederland, ze wonen vlakbij. Daar hoeven we niet 20000km voor te reizen. 

Jasper is niet vaak zo snel aangekleed als nu: hij heeft het buurjongetje gehoord en wil spelen. Nog voor het ontbijt is hij al in de speeltuin te vinden. Het buurjongetje gaat vandaag naar Wai-o-tapu, thermisch wonderland, net als wij. Alleen hoeven wij niet zo nodig de geijser om 10u15 te zien spuiten. Dat hebben we al in Whakerewarewa gezien. En die zou spectaculairder zijn dan die in Wai-o-tapu. Bovendien wordt deze geiser ook nog eens geholpen door er wasmiddel in te gooien… Maar met wat pech hebben de locale jongeren dat ook al ’s nachts gedaan en dan gebeurt er niet zoveel meer.  
Rond 11uur zijn we bij Wai-o-tapu en lopen de lange ronde door het park. We komen langs heetwaterbronnen, modderpoelen, rotsen die geel zijn van de zwavel, groene meren, knalgele meren, rode stenen, witte stenen en heel veel naar rotte eieren stinkende rook.  
Na Wai-o-tapu gaan we door richting Taupo om bij de Huka Falls nog een stop te maken. Het is niet echt een waterval, meer een flinke stroomversnelling. Leuk voor een half uurtje en dan weer de auto in richting Tongariro. De camping voor vannacht is een weiland bij een boer, met een stinkend ‘long drop toilet’. Er lopen zelfs nog paarden door de wei en er zou ook een varken zijn. Prima voor 1 nachtje. Vanaf hier ben je in een paar minuten bij het eindpunt van de Tongariro crossing, waar we de auto gaan neerzetten. En dan nemen we het busje van de camping naar het beginpunt. Met dat busje verdienen ze ook nog eens dik geld: het is $ 35 per persoon. Dat is een standaardbedrag wat ze allemaal vragen. Als Sandra hoort dat na ons het busje vol zit, en er nog meer campinggasten zijn, biedt ze aan dat de kinderen ook wel op schoot kunnen zitten. De dame die het geld komt innen vindt dat prima en zo hoeven we maar voor 2 ipv 4 te betalen. 
Peter en Sandra zoeken alle benodigde spullen voor de wandeling bij elkaar (en dat is stiekem best veel: kleding voor alle weersoorten, 7 liter water, broodjes, broodbeleg, snoepjes, koekjes, camera’s, brillen, petten, en vooral de zonnebrand en EHBO-spullen niet vergeten. En oh, de nachtlampjes).  
We moeten al om 5u20 bij het hek van het weiland staan, dus vroeg naar bed. 

Wat een beroerde nacht! Jasper heeft de hele nacht overgegeven en Peter en Sandra hebben daardoor niet meer dan 3 uur geslapen, ondanks dat we er ook al om 9uur in lagen. Jasper wil toch wel wandelen, dus we besluiten door te zetten. Eenmaal aan de wandeling begonnen, kun je niet meer terug. De auto staat bij het eindpunt, en je moet dan maar net iemand vinden die je naar het eindpunt wil brengen. 
Om 5uur is iedereen aangekleed en Peter heeft de auto in een kwartiertje rijklaar gemaakt. Mooi op tijd staan we bij het hek te wachten op het busje. In het pikkedonker (straatverlichting doen ze hier niet aan) scheurt de chauffeur naar het eindpunt. En wij moeten maar volgen. Parkeren, bergschoenen aan en dan snel het busje in. De chauffeur wijst nog halfslachtig aan waar de wandeling eindigt, alsof wij dat zien als het nog zo donker is. 
Voor degene die niet bekend zijn met de Tongariro Crossing, eerst nog wat informatie vooraf: het is een wandeling van 19,4km in een gebied met 3 vulkanen, waarbij je een paar honderd meter gaat klimmen en ook weer moet afdalen, langs vulkaankraters en meren in diverse kleuren. Je loopt op hoogte en in de bergen en dus kan het weer snel omslaan. En op de open stukken kan het flink waaien. Best een uitdaging dus. Voor volwassenen, en zeker voor kinderen! De aangeraden minimum leeftijd is 10-12 jaar….dus dat wordt best pittig. 
Om 6u15 staan we bij de start van de wandeling. Eerst even wat biscuitjes eten, ontbijten doen we strakjes wel, en dan rustig aan starten. We kunnen ook niet anders, want Jasper is nog even niet vooruit te branden. De eerste kilometers zijn redelijk vlak en goed te doen. We zien de zon opkomen, en daardoor kunnen we iets meer zien van het landschap. Niet heel veel meer, want het is bewolkt. Na een uurtje smeren we wat broodjes en al lopend eten we die op. We komen langs een stuk met heel veel grote lavastenen, wat we het ‘drollenveld’ hebben genoemd, langs watertjes en watervalletjes. Na 5 km komen we bij een stuk waar we flink moeten klimmen. Daarvoor hebben ze trappen aangelegd. Dat maakt het zwaarder, omdat je niet je eigen stappen kan bepalen. Het heet hier niet voor niets ‘devil’s staircase’ (de trap van de duivel). Jasper krijgt een lift van Peter en rustig lopend en af en toe rustend komen we boven. Wow, wat een prestatie van Mila! (Jasper hoefde niet zoveel te doen). Als beloning een stuk chocolade en dan een stuk vlak langs vulkaan Ngauruhoe. Die zit nog even in de wolken, maar de zon doet heel erg zijn best, waardoor hij als snel zichtbaar wordt. Na het vlakke stuk volgt nog een stuk stijgen over steentjes, stenen en rotsen. Het ‘pad’ loopt over een bergkam en het is hier erg winderig. Jasper krijgt weer een lift van Peter, want met zijn korte beentjes kan hij sommige stappen niet eens maken. En dan sta je na 8km opeens bovenop een bergkam. Met een waanzinnig mooi uitzicht op de rode krater, de vulkaan, het dal, rokende pluimpjes (de vulkanen slapen) en de meren. Wat een beloning! Hier genieten we korte tijd van, want vanwege de harde wind dalen we liever weer iets af. We dachten dat het afdalen wel makkelijk zou zijn, maar dat viel heel erg tegen. Je gaat steil omlaag over losse steentjes. Dat betekent glijden en vallen, wat we dan ook veel volwassenen hebben zien doen. De beste manier is ‘rennend’ omlaag. Spannend, maar beter te doen dan al het glijden. Via een korte tussenstop bij het groene meer, er moeten even wat steentjes in het water gegooid worden, gaan we naar het blauwe meer. Als we zien dat we toch weer een stukje moeten stijgen, zakt de moed ons in de schoenen. Maar dit is goed te doen, of we zijn al meer ervaren ;-). Boven zijn we bij het ‘blauwe meer’, ongeveer op de helft, en een mooie plek om te rusten en te lunchen. 
Na de lunch begint de lange afdaling, met af en toe nog een klein stukje stijgen. Het is een lang pad, dat je al voor je heen en weer ziet slingeren. Soms fijn om te zien waar je naar toe gaat, en soms ook erg frusterend, omdat het geen rechte lijn is, maar een slingerpad. We worden moe, en de kilometers kruipen voorbij. Jasper krijgt weer een lift van Peter, omdat hij, zoals hij zelf zegt ‘kapot is’. Na 17 km loopt Sandra vast vooruit richting de uitgang om de auto te gaan zoeken. Ze haakt aan bij een flink doorstappende groep, maar het tempo wordt steeds langzamer. En erg gezellig is het ook al niet, iedereen is moe en stapt zwijgend door. Na de uitgang is het nog bijna een kilometer lopen naar de weg, waar een parkeerterrein is. De auto is hier niet te vinden. Dan maar de route volgen die het busje vanmorgen heeft afgelegd. Na nog eens een half uur lopen, staat Sandra bij de auto, die toch wel op het parkeerterrein staat, alleen dan ‘verstopt’ achter een grote bus. Snel bergschoenen uit, tenen bewegen, andere schoenen aan en terug naar de uitgang. Daar staan Mila en Jasper al vrolijk zwaaiend klaar om in te stappen. 
Onderweg heeft vooral Jasper de nodige complimenten gekregen. Dat vonden we best sneu voor Mila, want voor haar is het ook een enorme prestatie. En achteraf vertelde ze dat ze er best wel tegenop had gezien.   
Wat wel grappig was, is dat veel mensen voldaan boven kwamen ‘zo, dat hebben wij gedaan, wat een prestatie’, totdat ze Jasper en Mila zagen, die het ook gewoon gedaan hadden. Dan is het nog steeds een prestatie, maar als kinderen het ook kunnen… Overigens behoren Mila en Jasper tot de weinige kinderen die deze wandeling hebben gedaan. 
Terwijl zij een verdiend filmpje kijken, rijden Sandra en Peter richting Whanganui. De avondmaaltijd is snacken, dat hebben we wel verdiend. En daarbij hebben we ook geen zin meer om te koken. De camping ligt 15km verderop in Kai Iwi. Deze camping heeft Sandra ’s nachts al uitgezocht, toen Jasper ziek was. Belangrijkste criteria voor de camping was dit keer een wasmachine, een speeltuin en deze is ook nog eens dichtbij het strand. De camping is vrijwel leeg, er is plaats genoeg. Na nog een paar minuutjes spelen in de speeltuin willen Mila en Jasper naar bed. Sandra regelt nog de boottickets voor de oversteek naar het zuidereiland (jammer genoeg een dag later dan gewenst) en dan gaan wij ook slapen na deze lange, intensieve dag. 

Een dagje niets doen hebben we wel verdiend na zo’n wandeling. We hebben allemaal last van vermoeide en stijve spieren. En daarnaast hebben we nog eea te wassen na die beroerde nacht met Jasper. Mila en Jasper spelen in de speeltuin, springen op het springkussen, Mila zet haar aantekeningen over de Maori’s in de computer, Jasper tekent ruimtewezens, Peter en Sandra halen de hele auto leeg en maken nog wat dingen die stuk zijn gegaan en door de verhuurder niet of niet goed gemaakt zijn (een bed dat ’s nachts niet instort slaapt een stuk beter). Sandra werkt aan de blog en Peter werkt de was weg. Aan het einde van de middag nog even naar het strand. Het is hier ontzettend mooi, maar er is zoveel wind, dat we het al snel voor gezien houden.  
En dan is het opeens toch heel erg laat, moeten we nog koken en eten en liggen we allemaal alsnog veel te laat op bed. Gelukkig geen grote plannen voor morgen. 

Zaterdag nemen we de boot naar het Zuidereiland. Wij vonden de vorige keer het Zuidereiland mooier en er is veel meer te doen dan op het Noordereiland, waardoor we er nu ook meer tijd voor willen nemen. Het plaatsje waar vandaan je de boot neemt heet Wellington. En dat plaatsje is niet zo bijzonder. Zeker niet om daar 2 dagen door te brengen. Sandra stelt voor om nog een extra nacht op deze camping te blijven, en vandaag naar een groot park met een nog grotere speeltuin te gaan. Dat zien Mila en Jasper wel zitten. 
Na een rustig ontbijt, een tussenstop bij de supermarkt (de voorraad is weer zo goed als op) en een Warehouse (een grote Actionachtige winkel) komen we dan eindelijk in de speeltuin aan. Het is nog onder schooltijd dus erg rustig. Er zijn schommels aan de tentakels van een octopus, een glijbaan over de rug van een stegosaurus, een waterpark, een tokkelbaan, klimtoestellen, etc. Prima voor een paar uur vermaak. Wat ze dan ook makkelijk volhouden. Aan het einde van de middag vragen ze zelf of we terug kunnen naar de camping, want ze zijn moe. Dan hebben we het goed gedaan. Het is maar 15minuutjes naar de camping, maar dat is voldoende om weer te herstellen. Zodra de auto stil staat rennen ze alweer op het springkussen af om daar weer verder te gaan. 
Als avondeten soep en pannenkoeken, en dan nu wel op tijd naar bed. 


Wist je dat? 
- Diesel hier redelijk betaalbaar is? Het is alleen exclusief belasting. Straks mogen we nog 6 cent per gereden kilometer afrekenen… 
- Links rijden snel went? Alleen de eerste tegenliggers zijn best spannend. 
- We van 6 feb ineens naar 8 feb zijn gegaan? Iets met vliegen over de datumgrens… 
- We het weer heerlijk vinden om buiten te zijn? En alles zelf in de hand te hebben? Geen afhankelijkheid van bussen, vliegtuigen, touroperators… 
- Nieuw-Zeeland het land van de schapen zou zijn, maar we tot nu toe meer koeien hebben gezien? 
- Nieuw-Zeeland in 10jaar tijd veeeeeeeel duurder is geworden. 10 jaar geleden betaalden we voor een 6 persoonscamper E3000, nu voor een auto met daktent hetzelfde bedrag (de 6-persoons is ca E 8000 tot E 9000). 
 

Foto’s

6 Reacties

  1. Wim en Liesbeth Wessels:
    20 februari 2019
    We reizen weer even met jullie langs ook door ons bezochte plaatsen. Treaty House, Tane Mahuta , Rotorua (zelfde camping, lol). Jullie hebben Tongariro gedaan, wat een geweldige ervaring en prestatie. Wij konden er helaas niet heen vanwege 4 dagen mist.

    En ja: boekingen verlopen niet allemaal vlekkeloos. Wij moesten kajakken terwijl we een trail geboekt hadden. Veel chinezen zagen wij ook 14 dagen lang vanwege chinees nieuwjaar. En de prijzen: inderdaad goed kijken welk 'pakket' je wilt of gewoon eigen 'tour' doen. Het is duur (geworden).

    Veel plezier op het Zuidereiland.
  2. Rixte:
    20 februari 2019
    Wat een mooi verhaal weer! En echt stoer dat beide kids de trail hebben gehaald! 💪🏻
  3. Sonja van Timmeren:
    20 februari 2019
    Jullie conditie zal fantastisch zijn! Mooie gebieden bezoeken jullie zeg! Benieuwd als de prijzen tegenvallen wat jullie dan op zo'n camping zouden moeten betalen! veel plezier nog! groetjes!
  4. Rogier:
    21 februari 2019
    Ik heb vandaag zelf ook de Tongariro Crossing gelopen en vind het écht een super prestatie van Mila en Jasper! Wat een eind is 19,5 kilometer en wat duurt die afdaling met zijn houten trapjes eindeloos. Echt diep respect dat jullie dit met zijn 4-en hebben gedaan! En ook gelijk een prachtige herinnering die jullie nooit meer gaan vergeten.
    Heel veel plezier alvast op het Zuidereiland, wij komen jullie snel achterna. Op dat eiland willen wij inderdaad ook veel meer doen dan op het Noordereiland.
    Groetjes, Rogier, Angelica en Fabienne.
  5. Jean-Louis:
    5 maart 2019
    Zo mooi om jullie te volgen. Door jullie gedetailleerde reisverslagen is het net of je er zelf bij bent. Heel veel plezier met het vervolg van jullie reis !!
  6. Marleen:
    10 maart 2019
    Wat een flinke, stoere kids! En lef hebben van de ouders! Wat een geweldig team! Leuk weer te lezen, kijk uit naar jullie verhaal van het zuider eiland.