Machu Picchu, Uros- en Taquile-eiland

14 januari 2019 - Lima, Peru

Op 30 december hebben we de taxi naar Incarail genomen. Daar staat een rij kleine busjes te wachten op passagiers die naar het treinstation van Ollantaytambo willen, 2 uur rijden verderop. Eerst maar eens de bagage in het busje zien te krijgen, want er is net plek voor 2 grotere koffers, en wij hebben 3 grote tassen en de man naast ons heeft meerdere grote koffers. Uiteindelijk mag onze bagage achterin, daar kan beter mee gepropt worden. De rit gaat eerst door Cusco, en dan grote stukken niemandsland afgewisseld met dorpjes en grotere dorpen.  
Na 2 uur is het opeens een flinke drukte, dit moet wel Ollantaytambo zijn. Hier leveren we onze bagage in, en gaan we alleen met het hoognodige de trein in. Volgens de informatie mag je alleen kleine rugzakken meenemen, maar mensen hebben een andere definitie van klein en rugzak of zij hebben andere informatie. Hoe dan ook, er gaan zeer grote koffers etc mee de trein in.                  
De treinrit gaat langs de Urubamba-rivier aan de voet van hoge bergen. Heel erg mooi! Na 2 uur zijn we in Aguas Calientes. Dit is het toegangsdorp naar de Machu Picchu. En daardoor ook vooral enorm toeristisch, zelfs nu in het laagseizoen. Ons hostel zoeken kost even wat moeite, googlemaps weet niet zo goed de weg in dit oord. Na wat heen en weer lopen hebben we het gevonden. Op booking.com stond bergzicht, wat wel enigszins hielp, maar wat nog meer zou hebben geholpen is als ze er bij hadden gezet dat het aan het spoor is! Nu maar hopen dat er vannacht geen treinen rijden. We hebben 2 kamers, 1 aan de voorzijde bij het spoor, 1 aan de achterzijde met bergzicht aan de goed stromende rivier. 
Eerst maar buskaartjes regelen voor de bus naar Machu Picchu morgen. Dat kost wat tijd, er staat een lange rij. Mila, Jasper en Sandra gaan intussen naar een boekwinkel voor een boek met plattegrond over de Machu Picchu. Daarna granenrepen proberen te regelen. Je betaalt hier 2x zoveel als in de supermarkt in Cusco, tenzij je naar de locale markt gaat, daar is het slechts 1,5x . We lopen nog een stuk door het dorp, slaan de warmwaterbronnen over, gaan maar weer eens uiteten en daarna op tijd naar bed, morgen gaat de wekker om 4u45. 

Mila en Jasper hebben prima geslapen, Sandra wat minder vanwege de rivier, Peter doordat er ’s nachts helaas ook treinen rijden. En laten we ook vooral de benen en armen van de kleine Laloli’s die ’s nachts een eigen leven lijken te leiden niet vergeten. 
5 uur ontbijt en om 5u30 lopen we naar de lange rij voor de bus. Na 20 minuten slingeren de berg op zijn we om 6u30 bij de entree voor de Machu Picchu. Er hangen veel wolken, maar dat geeft deze plek ook iets mystieks. Het past gewoon. De wolken verdwijnen en maken weer plaats voor nieuwe, waardoor we toch een mooi overzicht krijgen. Mila heeft al veel voorbereid voor haar werkstuk, we zijn naar het Machu Picchu-museum geweest, dus wat we zien en ervaren kunnen we veel beter plaatsen. En af en toe luisteren we even mee met een gids. We zijn in ieder geval blij dat we er vroeg waren, rond 8uur zien we al lange rijen achter ons ontstaan.  
Uiteindelijk moeten we ons nog haasten richting uitgang. We hebben ook kaartjes gekocht voor Montana, vanaf waar je een mooi uitzicht op de Machu Picchu zou hebben. Je moet alleen binnen een tijdslot naar binnen, en dat tijdslot is al bijna voorbij. Met Jasper op de nek van Peter haasten we ons de trappen op naar de controlepost. Net 2 minuten voor sluiting laten we ons kaartje zien en kunnen we 2670 treden naar boven wandelen.  
Valt dat even vies tegen! De hoogte (ca. 2350m),slecht slapen, en de ongelijke treden maken dat het een flinke uitdaging is. Als we het dan ook nog eens heel hard gaat regenen en we 3x in een half uur te horen hebben gekregen dat het nog een uur wandelen is, dat we op de helft zijn (nee, we stonden niet stil, we bleven dapper doorklimmen), geven we het op en keren we om. We troosten ons met de gedachte dat er met deze regen toch weinig uitzicht is. 
De bus brengt ons weer terug naar het dorp. Droge kleren aan, opwarmen bij een late lunch en dan naar de trein die ons terug brengt naar Ollantaytambo. Helaas delen we de treincoupe met dronken, zeer luidruchtige Russen. Onder het genot van de nodige champagne, bier, wijn en chips vieren zij dat het voor hen al oud&nieuw is. Voor ons duurt het nog een paar uur, maar gezien de afgelopen nacht en het inspanning van vandaag, denk ik dat wij die gaan missen. 

Ook nu weer geen goede nachtrust voor Sandra en Peter. Om 0uur wordt het nodige geknald (geen siervuurwerk), zijn er de hele nacht de nodige luidruchtige mensen op straat en is er in het hotel naast ons de nodige luide muziek. Na het ontbijt nemen we tijd om bij te komen voordat we een rondje door het dorp gaan lopen. Op het Plaza de Armas zijn veel mensen in traditionele kleding bij elkaar gekomen. Om het nieuwe jaar te vieren? Nee, vandaag is de inauguratie van de nieuwe burgermeester. Na een uurtje bij het feest te hebben gekeken, gaan we door naar de Ruines van Ollantaytambo. Om daar maar gelijk weer om te keren, de entree is nogal prijzig.  
Op de wandeling terug ziet Jasper een uithangbord en roept hard: “ratatouille”. Inderdaad, dat is restaurant Gusteau uit de film Ratatouille. Of we daar kunnen lunchen? Natuurlijk!  
Het eten is prima, maar laat wel erg lang op zich wachten.  
Daarna proberen we een paardrijdtocht voor morgen te regelen. Verschillende bureaus, prijzen die van heel laag naar heel hoog gaan, onduidelijkheid over de tocht zelf, of Jasper mee kan. Iets wat op zich simpel zou moeten zijn, is dat hier niet. Uiteindelijk zijn er nog 2 opties over. Bij 1 moeten we om 19uur even terugkomen, dan is de eigenaar ook terug. Als we daar netjes op tijd zijn, moet de zoon zijn vader bellen. Die komt aan de telefoon niet lekker uit zijn woorden, klinkt op zijn best aangeschoten, is vaag over wat er mogelijk is, en of we morgen terug kunnen komen. Laat maar, nog veel plezier op het feest van de burgermeester. Optie 2 is dametje in het hotel naast ons, die een leuke tocht aanbiedt. Dan doen we die. 
Nu eerst eten. Bij een eenvoudig restaurant eten we het lekkerste van heel Peru! Wow, hadden we dat maar eerder geweten! 
Op de terugweg nog even de tocht voor morgen definitief maken en dan allemaal lekker slapen. 

Om 8u55 vertrekken Peter, Mila en Jasper richting het buurhotel waar een taxi klaar staat om hen naar de manege te brengen. Blijkt die manege toch gewoon een straat achter ons te zijn, en is de verzamelplek nog geen 10min van ons hotel vandaan. Daar heb je toch geen taxi voor nodig? 
Sandra hoort later dat het niet allemaal de bedoeling was, maar goed daar hebben we dan geen idee van. Twee mensen komen met 2 paarden aanlopen, en we maken 3 keer duidelijk dat Mila, Jasper en Peter willen paardrijden en niet de mevrouw van het hotel… en dan snappen de begeleiders het. We zijn om 14:00 terug zeggen ze, maar we wilden maar 2 uurtjes en niet 5. En waar is nu de gids en zijn of haar paard? Het blijkt dat onze gids mee gaat te voet. Al snel blijkt dat nodig ook, Mila’s paard durft niet, want het is een onbekende route. Het paard verzet geen stap ondanks alle aansporingen van Mila, dus moet geleid worden. De begeleider Nicolas loopt ernaast en vertelt ondertussen over de bomen, planten en Incaruines die we tegenkomen. 
Jasper zit bij Peter voorop en dit paard is voor alles bang, lijkt het… auto’s, motoren, ossen, tuinslangen die over de weg liggen, het paard heeft er grote moeite mee. 
De tocht gaat langs de Urubamba-rivier over de grindweg, tot de begeleider ineens tegen een boer zegt:”we gaan even door jouw land”, en dan gaat het steil de berg op, er is niet echt een pad en de paarden hebben moeite met de losse stenen en steile helling. We vinden dit eigenlijk allemaal niet leuk en vragen ons af hoe lang dit nog door moet gaan, tot we bij inka-terrassen, reservoirs en -ruines komen. Leuk om te zien en hier komt dus echt bijna niemand. De terugweg maakt duidelijk waarom, het is nu niet alleen steil, maar we moeten ook langs gemene doornstruiken. We krijgen medelijden met de paarden, maar gelukkig komen we allemaal weer heelhuids beneden. Daarna gaat de tocht verder over het vlakkere pad, door allerlei dorpjes, tussen het mais en aardappels. We zien condors vliegen hoog boven de sky lodge (een hotel dat bestaat uit aan de bergwand vastgemaakte cocons, waar je naartoe moet klimmen). Na ongeveer 1,5 uur keren we om.  
De gids had al gezegd dat de paarden op de terugweg anders zouden zijn want dan weet Mila’s paard de weg. En inderdaad, we kunnen nu prima zonder dat iemand het paard begeleidt. En Mila neemt het ervan, gelijk in galop. De begeleider houdt het te voet niet bij, ondanks dat hij in het begin erachteraan rent. Het paard van Peter en Jasper wil mee maar dat vindt Peter niet zo een fijn idee (hij moet nog leren galopperen). Na een flink stuk draven en galopperen stoppen we om een motor die achterop komt te laten passeren. Maar dat blijkt onze begeleider te zijn, die een lift gekregen heeft in het vorige dorp. En dan gaan we er weer in volle vaart vandoor. Bij de brug waar de tocht begon wachten we op de gids. We moeten ons best doen de paarden in  bedwang te houden, want die hebben de smaak te pakken en willen verder. Na lang wachten verschijnt Nicolas, hij neemt ons mee door het dorp en we stoppen inderdaad een blok van ons hotel. Nicolas is behoorlijk moe, bezweet en onder de indruk van het rijden van Mila. Tevreden na een lekker tochtje, lopen we (iets minder soepel) terug naar het hotel. 
Sandra zou in het hotel blijven om in te pakken, een blog te schrijven en te relaxen. Maar de tassen staan al klaar, een blog schrijven kan ook later (denk ik) en relaxen doen we wel weer als we thuis zijn. Voor 1 persoon is de ruïne nog wel te betalen, dus daar ga ik naar toe. Een stevige wandeling trappen op, om onder andere een zonnetempel en een militaire zone te zien. En als je doorloopt, kom je nog wat meters hoger bij een Inti Watana (zonnepoort) met een schitterend uitzicht op de bergen, het dorp en de ruines.  
Na ruim 2 uur cultuur opsnuiven en langs de ruïnes slenteren, moet ik me terug haasten om voor de rest terug te zijn. Ik heb de sleutel meegenomen. 
Peter, Mila en Jasper zijn al terug, zijn binnengelaten en zijn aan het omkleden. De paardrijtocht was een groot succes, ze hebben genoten.  
Om 13uur staat de taxi voor die Sandra nog even geregeld heeft, om ons weer naar Cusco te brengen. En dan graag via Maras en als we er toch langsrijden, ook graag via Moray. Moray is het laboratorium van de Inca’s. Door terrassen op verschillende hoogtes te maken, hebben ze geëxperimenteerd hoe en op welke hoogte een gewas het beste groeide. 
Daarna door naar Maras, voor de zoutterrassen. Uit de bergen stroomt zout water, wat ze in terrassen opvangen. Het water verdampt en er blijven zoutterrassen over. De chauffeur dacht dat we naar het dorpje Maras zelf wilden, maar dat zijn slechts wat kleine straatjes. Rijd maar door. 
De taxi wil ons ook nog heel graag in Chincero, het textieldorp, afzetten. Daar kunnen we zien hoe alpacawol wordt gekleurd en verwerkt tot kledingstukken. Pas als we aangeven al naar de Alpacaboerderij in Arequipa te zijn geweest, houdt hij op. Sorry man, geen extra stop dus geen extra geld. 
We gaan trouwens weer terug naar Cusco, omdat we over 2 dagen naar Puno willen. Zoals geschreven hebben we nog wat dagen niet ingevuld en konden we kiezen tussen kust, jungle en het Titicacameer (Puno). Kust viel gelijk al af, jungle na grote twijfel (2 dagen wandelen door de regen door de jungle om de papegaaienrots te zien, is te veel voor Jasper en Mila en daarbij de hoge kosten), dus dan naar Puno! Met de nodige bedenkingen, aangezien Peter en Mila veel last hebben gehad van de hoogte in Cusco en Puno ligt nog 400 tot 500 meter hoger. Plan B: als we niet herstellen binnen 1.5 dag na aankomst, pakken we het vliegtuig en gaan we eerder naar Lima. Lima is ons minst favoriete plek in Peru, maar als we moeten afdalen, dan doen we dat. 

Een rustig dagje in Cusco: Mila werkt aan haar werkstuk over de Machu Picchu en Jasper oefent het lezen (dankjewel juf voor de boekjes) en rekenen. Daarna lekker naar buiten. We gaan naar San Blas, bekend om zijn smalle straatjes en de kleine winkeltjes. En er zou een steen met 12 hoeken zijn… En waar ze in San Francisco bochten hebben aangelegd in de smalle steile straatjes, kun je ze hier gewoon rechtdoor rijden. Wat nu voorzichtig en remmen? Voetgangers moeten maar oppassen. Nog even schuilen voor een flinke regenbui en daarna lekker opwarmen met warme thee en chocomelk. En toevallig was de schuilplek aan het begin van het straatje met de steen met de 12 hoeken, dus die hebben we ook nog even meegepakt. 

Weer wakker door de wekker, de bus naar Puno gaat al vroeg. In 7.5 uur (werkelijkheid 8.5 uur) brengt hij ons van Cusco naar Puno. Over een hoogvlakte van 4400meter. Peter en Sandra vinden de reis best spannend. De vorige keer hadden we allemaal last van de hoogte, de 1 wat meer dan de ander. Hopelijk gaat het helpen dat we al enige dagen op hoogte hebben doorgebracht.  
En dat blijkt! Hooguit een lichte hoofdpijn op de hoogvlakte, gelukkig. Alleen is voor Peter de busrit net 20minuten te lang. Hij stapt uit met een knallende koppijn. Snel een taxi in en naar ons hotel. Als de dame daar ons in 2 kamers wil onderbrengen in plaats van 1 is zijn hoofdpijn even verdwenen om duidelijk te maken, dat we het geboekte willen en niets anders. In overleg met haar baas krijgen we een ‘suite’ (klinkt mooier dan het is), waar nu 3 bedden staan en er wordt er 1 bijgezet. Prima. Peter kruipt in bed, Mila en Sandra gaan op pad om wat te drinken en snoepen te halen, en Jasper is Florence Nightingale voor Peter. 

Peter voelt zich na een nachtje slapen gelukkig wat beter, dus lopen we na het ontbijt een rondje door het centrum. We branden 4 kaarsjes (ze werden alleen per 4 verkocht) voor opa Frans, oude opa, en de 2 cavia’s. We proberen ook dollars te pinnen, omdat de excursies in dollars betaald moeten worden, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Automaten zeggen wel dat ze dollars hebben, maar er komt echt niets uit . Dan maar met creditcard, met de nodige extra kosten. Daarna dagen we onszelf uit, door naar het uitzichtspunt met de Condor te lopen. Een hele lange trap, die op deze hoogte een extra uitdaging vormt. Eenmaal boven heb je een schitterend uitzicht over het meer, de stad en op de donderwolken die eraan komen… 
Eenmaal beneden belonen we onszelf met een ijsje, en omdat het hier niets kost mag het ijsje wat groter, tot groot plezier van Mila en Jasper.  
We eten in een restaurant aan het Plaza de Armas, waar een grote muziekoptocht is. Muziekkorpsen met dansende dames lopen over het plein. We horen dat dit de voorbereiding op 2 februari is. Dan is het grootste culturele festival van Peru in Puno. 1000-den korpsen en danseressen vullen dan de straten van Puno. 

Om 7u15 staat de taxi voor onze deur om ons naar de haven te brengen. We gaan vandaag naar de Uros-eilanden, eilanden die van riet gemaakt zijn. In de haven op een speedboot (er is weinig ‘speed’ aan, en als deze al snel is, wil ik dit niet met de ‘gewone’ boot doen). Een gezellige gids begeleidt ons deze dag en vertelt eea over de eilanden en over Puno. We stoppen bij het eerste eiland en mogen daar netjes in een kring gaan zitten. Een bewoner vertelt hoe de eilanden gemaakt worden (blokken aarde met de wortels van riet vormen de bodem, daarop meerdere lagen riet die elke 14 dagen aangevuld wordt), hoelang ze erover doen (1 jaar), hoelang een eiland mee gaat (ca 25 jaar) en waar ze riet nog meer voor gebruiken. We hadden al op tripadvisor gelezen dat dit 1 grote toeristenval is, en dat snappen we ook na de uitleg over het eiland: we worden in 4 groepen verdeeld, en elke groep mag in 1 huisje kijken en daarna ook bij het winkeltje behorende bij het ene huisje. Niet bij de buren, want als je dat doet, wordt je teruggefloten. Jasper koopt een Inca-ketting. Bijzonder dat ze Inca-kettingen verkopen, want de eerste eilandbewoners wilden niet bij de Inca’s horen en zijn gevlucht naar de eilanden. 
Daarna mag je (tegen betaling) mee op een rietboot naar een ander eiland. Jasper helpt dapper mee met roeien. En op dat andere eiland? Meer kraampjes en een stalletje waar je wat te eten en drinken kunt kopen. 
We varen daarna door naar Taquile-eiland, een eiland op 40km van Puno. Volgens de informatie leven de mensen hier nog heel eenvoudig, geen televisie laat staan wifi. Eigenlijk als een commune, want de opbrengsten van de restaurants worden eerlijk gedeeld. Een stevige klim laat ons nog eens 150 meter stijgen en dan zijn we ook hier op Plaza de Armas. Ook hier een klein kerkje waar we kaarsen kopen. Jasper wil er weer 4, maar deze keer zijn 2 er wel voldoende. Bij het toeristenbureau kopen we stempels voor in ons paspoort.  
We lopen door naar een restaurantje, waar we eenvoudig en toch heerlijk eten krijgen. We ontmoeten mensen uit Nieuw Zeeland die ons uitnodigen bij hen langs te komen als we daar zijn overeen maand of anderhalf. Daarna verder naar de andere kant van het eiland, waar de boot op ons ligt te wachten. De boot brengt ons in 1,5 uur weer naar het vaste land. 
Mila en Jasper vertellen dat ze het een leuke dag vonden. 

De wekker gaat om 5uur, en om 5u30 staat de taxi voor. Die brengt ons in een klein uurtje naar het vliegveld van Juliaca. We zien borden dat er voor heel veel geld een nieuwe weg gerealiseerd wordt, sterker nog, grote stukken liggen er al, maar worden alleen gebruikt door koeien en wat paarden. Maar aansluitingen of afritten missen nog, of de weg houdt net op voor een rotsblok en je ziet ook geen werkzaamheden meer. Weg 12 miljoen soles (circa 3 miljoen euro)… 
Het vliegveld van Juliaca heeft 1 vertrekhal, met 1 balie en 1 vertrek- annex landingsbaan. Er komen hier welgeteld 4 vliegtuigen per dag. Het vliegtuig dat ons naar Lima moet brengen, staat op 50 meter afstand. En dan zien we opeens een mannetje met een stoel naar het vliegtuig lopen. En deze stoel op de staartvleugel zetten. En dan ook nog eens op deze stoel gaan staan en stukken staart open schroeven. 1 man aan het werk, 5 man staat erbij te kijken en commentaar te leveren. En de vertrektijd gaat voorbij… Er wordt omgeroepen dat er wat veiligheidsissues worden opgelost. Het is dat de bus geen optie is (28uur). Uiteindelijk mogen we boarden, en moeten we nog ruim een half uur in het vliegtuig zitten voordat we met veel herrie (HELP, ik wil hier uit), naar het begin/einde van de taxibaan rijden. Sandra is nog nooit zo blij geweest om weer met 2 voeten op de grond te staan in Lima. Een taxi brengt ons naar ons hotel. We pakken onze zwemspullen en lopen via een zeer Amerikaans aandoend winkelcentrum voor een slecht smakende lunch naar het strand. Mila en Jasper spelen een tijdje met de golven die behoorlijk sterk zijn en dan gaan we weer terug. We hebben geen zin in een avondmaaltijd, maar een ijsje gaat er wel in. En het ijs is zo lekker dat er nog wat extra bolletjes worden besteld.  

Na een paar dagen vroeg opstaan, slapen we vandaag uit. Mila skypt nog even met een vriendin en dan pakken we de bus naar het oude centrum van Lima. Met zo min mogelijk bij ons, en bij daglicht vinden wij dat het wel moet kunnen. Rijden met de stadsbus is een groot avontuur. Hard optrekken, remmen, haltes voorbij rijden, we zijn blij dat we kunnen zitten. 45 minuten later staan we in het oude stadscentrum. We lopen door een straat met vrijwel alleen maar winkeltjes met medische spullen: tandartsstoelen, massagetafels, behandeltafels voor gynaecologen, kleding voor verpleegkundigen. Je kunt het allemaal letterlijk op straat kopen. 
Op het Plaza de Armas staat veel politie. Met kogelvrije vesten, wapenstokken en verdedigingsschermen. Jasper is er zo van onder de indruk en vooral geïmponeerd, dat hij niet eens durft te zwaaien. Ook niet als zij zwaaien. Zo maken we hem niet vaak mee.. 
We lopen langs het regeringshuis, een kathedraal en weer terug omdat Jasper bij de Mc Donalds wil eten (hij herinnert Sandra eraan, dat ze heeft beloofd dat nog 1x te doen en aangezien vandaag de laatste dag in Peru is, moet het vandaag). Na de lunch weer langs het Plaza, richting het museum en de catacomben. De catacomben maken grote indruk op Mila en Jasper. Er liggen nog honderden botten en schedels.  
Eenmaal uit de catacomben wordt het tijd om terug te gaan. Tot nu toe is het goed gegaan, en dat willen we graag zo houden. We nemen de stadsbus terug en stappen uit bij8 Parq Reserva. Daar is om 19u15 een fonteinenshow. Volgens de taxichauffeurs, de eigenaresse van het vorige en het huidige hotel in Lima een must voor als je kinderen hebt. We eten daar een pizza (moeten uitleggen  dat ham toch echt vlees is en dus dat de pizza niet vegetarisch is), en kijken daarna naar de show. Eerlijk wat we ervan vonden? Aquanura van de Efteling en Bellagio in Las Vegas waren mooier. Na de show lopen we langs de andere 12 fonteinen (waarvan 1 een lange boog van 15 meter waar je in een rijtje onderdoor moet lopen).  
Daarna met de bus terug naar ons hotel. Morgen vliegen we naar Buenos Aires.  

Wist je dat: 
- Peter en Sandra zich af en toe zeer slechte ouders voelen: lunchen met friet, avondeten wat uit een ijscoupe bestaat… 
- Mila in Ollantaytambo zo lekker gegeten heeft, dat ze op tripadvisor een review heeft geschreven? 
- Ze dat zo leuk vond, dat ze dat ook over de ijssalon wilde doen? ;-) 
- Je heel erg blij kunt worden van een warme douche? Zeker na weken alleen een – in het beste geval- lauw straaltje 
- We restaurants waar ze ‘cuy’ serveren links hebben laten liggen? Als je zelf cavia’s hebt gehad, ga je ze niet opeten. 
- We na ruim 3 weken wel ‘klaar’ waren met Peru? We hebben veel gereisd, heel veel mooie dingen gezien, maar het was niet ‘ons’ land.  
 

Foto’s

2 Reacties

  1. Rixte:
    15 januari 2019
    Ik liep wat achter met de verhalen, maar ik heb t even ingehaald: fantastisch allemaal, super om te lezen al die avonturen, geniet er van!
  2. Shiba:
    15 januari 2019
    Leuk om te lezen!! Bestaan de Nasca lijnen nog ? Enne veel plezier in Buenos Aires!!